Mc William vraagt opheldering over negatieve publicaties ‘online gaming’-sector
WILLEMSTAD – Terwijl het parlement op maandag 16 december tijdens een openbare vergadering het wetsvoorstel over ‘online gaming’ behandelt, wordt Curaçao volgens Statenlid Giselle McWilliam internationaal afgeschilderd als een land dat criminele praktijken in de sector faciliteert. Dit is reden voor de fractieleider van de partij MAN om een aantal vragen te stellen aan minister van Financiën, Javier Silvania, over deze publicaties.
Mc William wijst erop dat op 2 december op de voorpagina van de krant Times of Malta een artikel verscheen over mogelijke malversaties met voorlopige vergunningen die de Gaming Control Board (GCB) zou hebben verleend aan online gokbedrijven die zich op Curaçao willen vestigen. “Deze betreurenswaardige situatie zal negatieve gevolgen hebben voor een sector die juist een impuls aan onze economie zou moeten geven, extra inkomsten voor de staatskas zou moeten genereren en banen zou moeten creëren op Curaçao”, aldus Mc William.
Ze wijst erop dat het doel van de wet die voormalig minister Kenneth Gijsbertha door het parlement loodste, was om minstens 200 miljoen gulden rechtstreeks in de staatskas en de toezichthoudende instantie van de sector te laten vloeien. “Dit staat in contrast met de wet van de huidige minister van Financiën, Javier Silvania, die slechts 40 miljoen gulden zal opleveren, niet voor de staatskas, maar voor de GCB, een platform dat beheerd wordt door een buitenlandse partij.”
Faillissementen
Volgens de MAN-fractievoorzitter is de negatieve berichtgeving over de online goksector nog zorgwekkender geworden nadat het Hof van Curaçao op 12 november 2024 het faillissement uitsprak over het bedrijf BC.Game en velen meer. Daarnaast bracht het onderzoeksplatform FinTelegram op 2 september 2024 aan het licht dat ook het gokbedrijf Rabidi, dat onlangs een voorlopige vergunning kreeg van de GCB, failliet ging.
De reden voor deze faillissementen zou zijn dat de bedrijven niet aan hun betalingsverplichtingen jegens gokkers konden voldoen. Volgens Mc William kan dit ertoe leiden dat gokkers de GCB voor miljoenen dollars aanklagen, omdat het lijkt dat de GCB niet de noodzakelijke onderzoeken heeft uitgevoerd voordat zij voorlopige vergunningen verleende aan de genoemde bedrijven. Om meer duidelijkheid te krijgen, heeft de parlementariër een reeks vragen gesteld aan minister Silvania.
Ze wil weten of de minister op de hoogte is van de onderzoeksartikelen en de bevindingen dat activa van Rabidi zijn ondergebracht in het bedrijf Adonia, waardoor gokkers benadeeld werden voor enkele miljoenen dollars, waarna deze activa werden overgedragen aan een ander bedrijf op de Marshalleilanden. Ook wil ze weten of Silvania weet dat de bedrijven werden beheerd door IGA Trust, voorheen bekend als Wyze Trust, dat weer werd geleid door consultants die voor zijn kabinet werken.
Verder vraagt Mc William of de minister op de hoogte is dat in het geval van BC.Game dezelfde constructie werd gebruikt om gokkers te benadelen, waarbij de activa werden overgedragen aan het bedrijf Blockdance en later aan Small House, dat eveneens een vergunning van de GCB had.
“Weet de minister dat Small House ook werd beheerd door IGA Trust? Is de minister zich ervan bewust dat er mogelijk een verband is tussen BC.Game, Rabidi, IGA Trust en Mario Galea, die namens de minister en de GCB verantwoordelijk is voor de nieuwe wet op online gaming (LOK) en de implementatie van het aanvraagplatform voor GCB-vergunningen?”
Tot slot vraagt de MAN-fractieleider of Silvania kan garanderen dat Curaçao niet getroffen zal worden door mogelijke claims van gokkers van Rabidi en BC.Game, en wie verantwoordelijk is voor de acties die de gokkers hebben benadeeld. “Is dat Mario Galea (verantwoordelijk voor het GCB-portaal), IGA Trust of de GCB?”