WILLEMSTAD – Premier Gilmar Pisas heeft tijdens de komst van wat later orkaan Bonnie zou worden onnodig paniek veroorzaakt en bovendien mensen in gevaar gebracht. Dat stelt de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao in een persverklaring.

De ondernemers reageren op de kritiek van Pisas op het bedrijfsleven. Die zou laks zijn geweest met de vervroegde avondklok op 29 juni. Die werd in de ochtend door Pisas vervroegd van 16.00 uur naar 11.00 uur.

Daarover is de VBC boos: ‘Deze aantijging is onterecht, onacceptabel en uitermate kwetsend.’ Volgens de ondernemers is de aankondiging niet via de officiële kanalen gecommuniceerd. Het tijdstip tussen afkondiging en ingang van de avondklok was bovendien veel te kort, met als gevolg overvolle wegen en verkeer dat muurvast zat. 

‘Eén telefoontje richting Bonaire zou voldoende zijn geweest om de situatie naar waarde in te schatten’, aldus de VBC. ‘De National Hurricane Center website gaf toen al aan dat het pad van de depressie ver ten zuiden van Curaçao ging.’

De ondernemers begrijpen vooral de opmerking van Premier Pisas niet, dat het bedrijfsleven de verkoop wil opvijzelen. ‘Het bedrijfsleven staat, zeker onder dat soort omstandigheden juist klaar om de burgers te helpen’, aldus het persbericht. 

De VBC had graag zitting genomen in het crisisteam en had daarom ook gevraagd. Maar daar gaf Pisas geen gehoor aan. “In veel andere landen is dit wel het geval en maakt het bedrijfsleven deel uit van het crisisteam. De kennis en ervaring vanuit de alledaagse praktijk van het bedrijfsleven wordt dan meegenomen in de besluitvorming.

Het bedrijfsleven vraagt zich ook af wie het vervroegde besluit heeft genomen en op basis van welke informatie of criteria. 

De VBC heeft verder kritiek op de voorbereidingen die de overheid zou hebben gelaten om voorzorgsmaatregelen klaar te hebben. Zo werden rooien en rioleringen op de dag zelf pas schoongemaakt. ‘Een orkaan kan je wellicht overvallen, maar het orkaanseizoen kan je nooit overvallen want het seizoen loopt van 1 juni tot en met 30 november van elk jaar.’