Nieuws Curaçao

Curaçaose overheid gaat in beroep tegen vonnis VPCO

WILLEMSTAD – Curaçao gaat in beroep gaan tegen het vonnis in de zaak VPCO, de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs . De overheid is het niet eens met de rechter dat VPCO te weinig geld krijgt om deugdelijk onderwijs aan te bieden.

Afgelopen maandag heeft het Gerecht in Eerste Aanleg vonnis gewezen in de civiele zaak die VPCO tegen het Land Curaçao heeft aangespannen. Deze rechtszaak werd in 2017 door het Protestantse Onderwijs aangespannen omdat VPCO van mening is dat de bekostiging onvoldoende is voor de werkelijke kosten van het door de VPCO verzorgde onderwijs. 

Aanpassingen

De overheid zegt dat het wel degelijk aanpassingen heeft gedaan in de methodiek om het onderwijs te bekostigen. Over de hele linie zou sinds 1998 de bekostiging met zo’n veertig procent zijn verhoogd. Maar daaraan ging de rechter voorbij, aldus de overheid. Die is ook van mening dat de bekostiging van onderwijs niet op de werkelijke kosten van de schoolbesturen gebaseerd kan worden. Dat is op grond van de onderwijswetgeving en gelet op Landsverordening Comptabiliteit 2010, Landsverordening financieel beheer en Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten niet mogelijk én niet wenselijk, zo stelt de overheid.

“Het land kan niet verplicht worden om een onverantwoord financieel beheer te voeren louter om aan de wensen van VPCO tegemoet te komen. Het land moet op de eerste plaats zorgen voor een prudente inrichting van de Landsfinanciën en een rechtvaardige verdeling van de schaarse middelen”, aldus de overheid.

Op vrijdag 17 februari 2023 zal de bestuursrechter de zes rechtszaken die VPCO tegen de Minister van OWCS heeft aangespannen behandelen. De bestuursrechter zal onafhankelijk van de civiele rechter moeten gaan toetsen of de bekostiging van de VPCO voldoet aan de wettelijke bepalingen of niet.

Deel dit artikel