Curaçaose overheid blijkt opnieuw niet nauw te nemen met internationale kinderrechten
WILLEMSTAD – Na eerdere beschuldigingen van Amnesty over schendingen van kinderrechten heeft de rechter de Curaçaose overheid opnieuw een forse tik op de vingers gegeven. Ditmaal betreft het de scheiding van twee minderjarige, ongedocumenteerde Venezolaanse kinderen van hun biologische ouders.
De kinderen, die op 21 september 2023 op Curaçao arriveerden, werden door de politie naar een opvanghuis gebracht, terwijl hun ouders, al geruime tijd verblijvend op Curaçao, hun kinderen claimden bij het politiebureau.
De ouders werden aanvankelijk vastgehouden op verdenking van smokkel en kinderhandel, maar werden later vrijgelaten vanwege een gebrek aan bewijs. Bijgestaan door de Stichting Human Rights Defense Curaçao (HRDC) probeerden ze tevergeefs contact te leggen met hun kinderen. Een brief van HRDC aan de minister van Justitie bleef onbeantwoord.
Bewijzen
De overheid stelde dat de veiligheid van de kinderen eerst gewaarborgd moest worden. Maar tijdens de rechtszaak overhandigden de ouders originele geboortecertificaten van de kinderen. Er waren ook foto’s van de ouders met de kinderen en getuigenissen over hun relatie. Ondanks het beschikbare bewijs besloot de overheid aanvankelijk de kinderen van hun ouders gescheiden te houden.
De rechter geeft de Curaçaose overheid een behoorlijke veeg uit de pan en oordeelde dat de overheid onrechtmatig handelde door de kinderen te scheiden van hun ouders, een duidelijke schending van internationale kinderrechten. De kinderen zijn inmiddels herenigd met hun ouders.