De Nederlandse Bank en Prins Bernhard Cultuurfonds lanceren fonds Slavernijverleden
WILLEMSTAD – De Nederlandse Bank, DNB en het Prins Bernhard Cultuurfonds lanceren een nieuw fonds, bedoeld om de gevolgen van de trans-Atlantische slavernij, 150 jaar na de afschaffing, te verminderen. Dit volgt op de excuses die DNB-president Klaas Knot vorig jaar maakte voor de betrokkenheid van De Centrale Bank bij de slavernij in de 19e eeuw.
Het DNB-fonds, dat de komende tien jaar actief is, heeft in totaal vijf miljoen euro te verdelen. Het fonds richt zich op kleinere, lokale initiatieven, zoals stichtingen en burgerinitiatieven. Deze projecten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de leefomstandigheden van nazaten, daar waar door de trans-Atlantische slavernij achterstanden zijn ontstaan. Bij de besluitvorming over projecten worden lokale vertegenwoordigers betrokken.
Naast het fonds heeft de Centrale Bank eenmalig vijf miljoen euro vrijgemaakt voor grotere projecten met brede maatschappelijke impact. De eerste ronde van eenmalige bijdragen gaat naar het toekomstige Nationaal Slavernijmuseum in Amsterdam, het Elisabeth Samson Huis in Suriname en het Tula Museum op Curaçao. Deze projecten hebben een educatief karakter en zijn gericht op het vergroten van het bewustzijn over het slavernijverleden en op het behoud van historisch erfgoed.
Binnen de eigen organisatie heeft De Bank ook stappen gezet om diversiteit en inclusie te bevorderen. Ze hebben een Chief Diversity & Inclusion aangesteld en streefcijfers vastgesteld om culturele diversiteit in het management van de Nederlandsche Bank te vergroten.
Het streven is om het DNB-fonds voor de zomer open te stellen via de website van het Cultuurfonds. Vanaf september zullen aanvragen beoordeeld worden en zal financiering worden toegekend. Meer informatie is te vinden op de website van de Centrale Bank in Nederland.