Nieuws Curaçao

Nederland ‘straft’ Curaçao voor zwalkend beleid rond Ennia

DEN HAAG – Curaçao gaat een dure prijs betalen voor de wankelende houding van de regering Pisas in het Ennia-dossier. Een bestuurlijk akkoord over een doorstart van de pensioenverzekeraar – op verzoek van Curaçao zelf – werd op het laatste moment afgeblazen door Pisas. De staatssecretaris moest dat uit de krant vernemen.

Omdat het akkoord was gekoppeld aan de lage-rente-herfinanciering van de coronaleningen, gaat Curaçao het komende jaar geen 3,4 procent rente betalen, maar 5,1 procent over 900 miljoen gulden. Dat is ruim vijftien miljoen gulden meer.

Sint Maarten ontspringt de dans en krijgt wel de lage rente aangeboden voor herfinanciering van hun coronaleningen, omda het wel al akkoord was met een doorstart.

Voor zowel Sint Maarten als Curaçao geldt dat alsnog kan worden overgegaan tot langjarige herfinanciering, zodra er een akkoord ligt over de gecontroleerde
afwikkeling van ENNIA, dat door Nederland is beoordeeld als financieel voldoende duurzaam.

Voorgeschiedenis

Beide landen, Curaçao en Nederland kozen in eerste instantie voor een solvabele doorstart met een kapitaalinjectie. Uit de analyse blijkt dat de totale kosten van een doorstart lager zijn dan die van een gecontroleerde afwikkeling, waar nu voor is gekozen, maar dat een doorstart wel grotere risico’s kent.

Ook was bekend dat de omvang van de lening voor met name Curaçao een
langdurig en groot beslag op de begroting zou leggen en een knelpunt zou
vormen voor de rentelastnorm van de Rijkswet financieel toezicht.

Uit doorrekeningen van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten blijkt dat de rentelastnorm inderdaad wordt overschreden, waardoor de investeringsplannen van de regering van Curaçao inderdaad niet volledig zouden kunnen worden uitgevoerd.

Opties

De afgelopen weken zijn daarom met Curaçao verschillende opties verkend om een doorstart van ENNIA mogelijk te maken zonder overschrijding van de rentelastnorm en met behoud van investeringsruimte.

Er is toen door Nederland en de CBCS gekeken of de rentestructuur van de lening zodanig kon worden vormgegeven dat er voldoende ruimte zou blijven voor investeringen.

Ook is gekeken naar de mogelijkheid de omvang van de ENNIA-lening te beperken door inzet van een deel van de financiële reserves van het land. De regering van Curaçao op zijn beurt, heeft de staatssecretaris in gesprekken verzocht de doorstart te financieren met een lening aan een andere partij zoals de Centrale Bank, het Ambtenarenpensioenfonds of een op te richten ENNIA-fonds. De lening zou in deze variant niet meetellen in de totale overheidsschuld en dus geen gevolgen hebben voor de rentelastnorm.

Dit heeft de staatssecretaris afgewezen, omdat de verantwoordelijkheid en daarmee het risico van de oplossing voor ENNIA volgens haar bij de overheden van de landen ligt. “Het doet geen recht aan de autonomie van de landen als Nederland direct partij zou worden in een interne aangelegenheid”, aldus Van Huffelen.

Ook voorstellen vanuit Curaçao die neerkwamen op het buiten werking stellen van de Rft heeft de staatssecretaris afgewezen. “Dat zou immers het doel achter de Rft ondermijnen.”

Deel dit artikel