Nog twee nieuwe boeken van Diana Lebacs na haar overlijden
WILLEMSTAD – Na het overlijden van schrijfster Diana Lebacs verschenen nog twee boeken van haar, één voor kinderen en één voor volwassenen. Het gaat om een roman ‘Dame van de Avond en het Berouw van Benaro’ uitgegeven door uitgeverij Knipscheer en het allereerste Caribische prentenboek in vier talen voor kinderen, ’Pasenshi’ over het varken Pasenshi.
Diana’s laatste wens was dat Pasenshi zou worden gepubliceerd en verspreid onder de jeugd. Maria van Veen en Laurindo Andrea die voorzitter is van Stichting Kindereducatie Curaçao, beloofden haar plechtig dat dit zou gebeuren, zo zeggen ze tegen Caribisch netwerk.
Via donaties haalden ze tienduizend euro op en konden pakketten van 25 boeken sturen naar alle lagere scholen, scholen voor speciaal onderwijs en bibliotheken. En toen was er nog geld over om dit jeugdboek eind oktober met een spectaculair kinderfeest te lanceren.
Pasenshi, zo zegt Andrea, gaat over geduld. Hetzelfde geduld wat Lebacs moest opbrengen toen ze wist dat ze ging sterven. Het geduld om los te laten, zaken uit handen te geven en je over te geven, stelt hij.
Lebacs schreef 45 boeken, voor elke leeftijdsgroep. Tweemaal viel ze in de prijzen. In 1976 kreeg ze een Zilveren Griffel (als eerste niet-Europese) voor haar jeugdboek ‘Nancho van Bonaire’ en in 2003 ontving ze de Cultuurprijs van Prins Bernhard Cultuurfonds Nederlandse Antillen en Aruba voor Jeugdliteratuur.
Roman
Bij ‘Dame van de Avond en het Berouw van Benaro’ is de neiging volgens Andrea groot om te zoeken naar een allerlaatste boodschap van Lebacs aan Curaçao en de wereld.
Het verhaal gaat onder meer over een dubbelganger van de minister-president. Met deze dubbelganger is een experiment uitgehaald waardoor hij een ‘Super Positieve Persoonlijkheid’ is geworden. Deze neemt in het geheim de plaats in van de echte en alles gaat ineens beter op het eiland.
De echte premier vertrekt tijdelijk naar het eiland Turtuga. Daar komt hij tot inkeer en zegt tegen de hoofdpersoon dat hij niet meer terug zal keren naar het eiland.
Hij weet dat hij altijd kiest voor het slechte. En vraagt: “Weet je wat Curaçao weer gezond zal maken? Wanneer geboren slechteriken als ik onszelf zodanig doorhebben dat we uit eigen beweging ons eiland met rust laten en er weggaan. Wanneer we ophouden het welzijn van Curaçao en de Curaçaoënaar te saboteren.”