Raad van State nog altijd zonder staatsraden van Curaçao en Sint Maarten
Door René Zwart©
Den Haag – De Raad van State van het Koninkrijk moet het al jaren stellen zonder afgevaardigden van Curaçao en Sint Maarten.
Vice-president Piet Hein Donner vindt dat onwenselijk. ,,Omdat we daardoor bij discussies over de brede ontwikkeling van het Koninkrijk niet de volwaardige inbreng hebben van deze landen. Je merkt het niet bij concrete zaken, maar wel bij de verhoudingen binnen het Koninkrijk en wat er in de landen speelt. Dan wil je meer inbreng van Curaçao en Sint Maarten. Blijft staan dat de Raad van State van het Koninkrijk met staatsraad Goedgedrag een goed zicht heeft op de ontwikkelingen. En sinds vorig jaar ook met mevrouw Schwengle (namens Aruba; red) die goed contact onderhoudt met de landen. Maar het is nog steeds de dringende wens te komen tot een aanvulling.”
Op de vraag waarom het zo lang moet duren, zegt Donner: ,,De landen moeten zich adequaat vertegenwoordigd weten en je moet wel iemand hebben van wie wij het gevoel hebben goed mee te kunnen samenwerken. Daar komt bij dat in beide landen in de afgelopen jaren vaker een kabinetswisseling is geweest. Net als er overeenstemming was over een kandidaat veranderde dat weer. Het is ook niet zo dat de landen kunnen zeggen: die wijzen wij aan. Er moet een zekere consensus bestaan over de geschiktheid van de kandidaat.”
Er zijn ook praktische drempels zoals de verplichting om als staatsraad in Nederland te wonen. ,,Dat is inderdaad een vraagstuk, maar zo is de wet. Als er een kandidaat is over wie we het eens kunnen worden komen landen vaak tot de conclusie dat ze zo iemand beter daar kunnen gebruiken dan hier in Nederland. Ik vind dat een begrijpelijk punt. De gedachte: ‘Ik kan het op afstand doen, zo af en toe afreizen naar Nederland en voor het overige per email mijn commentaar op voorstellen geven’, is echter een verkeerd beeld van hoe de Raad van State werkt. Het is voor de staatsraden van de landen zeker niet zo dat ze er 7 dagen per week 24 uur per dag mee bezig zijn. Maar juist om ook de inbreng van de landen breder te gebruiken, worden hun staatsraden anders dan in het verleden veel meer betrokken bij álle zaken die binnen de Raad van State spelen, mede omdat de ervaring leert dat wat wij hier aan wettelijke regelingen invoeren mogelijk op termijn ook in de landen wordt ingevoerd. Om die reden proberen wij zo actief mogelijk de staatsraden erbij te betrekken en dat gaat niet met het lezen van stukken alleen. Maar met gesprekken, door hier aanwezig zijn en door bij elkaar binnen te kunnen lopen. Dat maakt de eis om hier gevestigd te zijn reëel.”
Op de vraag of Curaçao en Sint Maarten nog dit jaar weer met een eigen staatsraad vertegenwoordigd zijn, reageert Donner voorzichtig: ,,Ik heb de indruk dat er door de regeringen aan wordt gewerkt.”