‘UNESCO-erkenning cruciale stap in dekolonisatie van het slavernij verleden’
AMSTERDAM – Afgekopen week erkende UNESCO twee historische begraafplaatsen van tot slaaf gemaakten op Sint Eustatius als plekken van herinnering aan slavernij en de slavenhandel. Het gaat om Golden Rock, nabij het vliegveld, en Godet, naast het Waterfort—beide locaties zijn tot nu toe niet als begraafplaats gemarkeerd. Deze erkenning is onderdeel van het Routes of Enslaved Peoples Programma van Unesco, dat het zwijgen rond het slavernijverleden wil doorbreken en het belang benadrukt van dergelijke historische plekken.
Eerder verschenen er berichten in de media als zou de UNESCO-erkenning gaan om plaatsing op de Beroemde Werelderfgoedlijst, maar dat is niet het geval. Sinds de start in 1994 heeft het UNESCO-programma, vertaald Routes van tot Slaafgemaakte Volkeren: Verzet, Vrijheid en Erfgoed geholpen om nieuwe kennis te ontwikkelen en wetenschappers over de hele wereld met elkaar te verbinden. Ook ondersteunt het programma initiatieven die slavernij en de afschaffing daarvan herdenken, en de strijd die hiermee gepaard ging.
Op internationaal niveau heeft dit programma een belangrijke rol gespeeld in het bespreekbaar maken van de geschiedenis van de slavernij. Het helpt om deze tragische gebeurtenis, die een grote invloed heeft gehad op hoe de wereld er vandaag uitziet, wereldwijd in het collectieve geheugen vast te leggen.
Kenneth Cuvalay, de voorzitter van de St. Eustatius Afrikan Burial Ground Alliance is een van de grote initiator achter het idee om de begraafplaatsen op Sint Eustatius op de Roadmap van Unesco te krijgen. Zijn organisatie werd in het leven geroepen nadat de witte archeologen van het St. Eustatius Center for Archaeological Research in 2020 de opdracht hadden gekregen van de lokale overheid om opgravingen te doen in een gebied met een hoge archeologische verwachting bij de luchthaven. Dit was nodig omdat de aarde en het zand in dat gebied gebruikt zouden worden voor verschillende wegprojecten op St. Eustatius.
Voor Cuvalay was het project bij de luchthaven een typisch voorbeeld van de voortdurende dominantie van koloniale narratieven in de academische wereld en de archeologie. “De inbreng van de Afrikaanse gemeenschap wordt vaak uitgesloten, zelfs in onderzoek dat betrekking heeft op Afrikaanse voorouders. Deze uitsluiting ondermijnt de inspanningen om Afrikaanse bijdragen aan de geschiedenis en cultuur op de juiste manier te erkennen, wat resulteert in een gebrek aan waardigheid en respect voor de Afrikaanse nakomelingen.”
Kenneth Cuvalay pleit voor de dekolonisatie van historisch en archeologisch onderzoek op Sint Eustatius, waarbij hij benadrukt dat het belangrijk is om het Afrikaanse erfgoed op het eiland te beschermen. Zijn argument is gebaseerd op de verwaarlozing van Afrikaanse voorouderlijke locaties: “Zoals begraafplaatsen, in tegenstelling tot het behoud van koloniaal erfgoed. Ik noem bijvoorbeeld de goed onderhouden synagoge en koloniale forten op het eiland. Vergelijk die met de overwoekerde en verwaarloosde Afrikaanse begraafplaatsen zoals Congo Ground.”
De erkenning door UNESCO van de Afrikaanse erfgoedlocaties op Sint Eustatius is volgens Cuvalay een cruciale stap in zijn streven naar de dekolonisatie van wetenschappelijk onderzoek. “Ik geloof dat deze erkenning niet alleen respect en waardigheid teruggeeft aan de Afrikaanse voorouders, maar ook helpt om meer bewustzijn te creëren over de erfenis van de trans-Atlantische slavernij en kolonialisme, zowel op lokaal als internationaal niveau.”
Rechelline Leerdam
Gedeputeerde Rechelline Leerdam uit Statia reflecteert op het belang van het verleden van haar eiland terwijl ze op weg is naar de UNESCO-herdenking. Ze benadrukt dat Statia een belangrijke rol heeft gespeeld in de slavenhandel en dat deze erkenning een nieuwe basis biedt voor gesprekken over slavernij, zowel met Nederland als internationaal.
Ze verwijst naar de recente erkenning van slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden, waaronder een excuus van de minister-president, en benadrukt het belang van voortgaand dialoog, niet alleen over financiële compensatie maar ook over heling.
Leerdam spreekt haar dank uit aan Kenneth Cuvalay voor het indienen van de locaties bij UNESCO, en benadrukt de belangrijke rol van Cultureel Erfgoed Inspecteur Raime Richardson in het behoud van Statia’s geschiedenis.
Ze sluit af door te zeggen dat Statia in de toekomst niet meer hetzelfde zal zijn, nu het eiland zijn culturele erfgoed omarmt en zijn rijke geschiedenis met de wereld deelt.