Vierlandenoverleg: Curaçao stapt uit overleg over privacywet
WILLEMSTAD – Curaçao doet niet langer mee aan de harmonisatie van de bescherming van persoonsgegevens via het Justitieel Vierpartijenoverleg, dat eind juni in Den Haag plaatsvond. Het eiland acht de verantwoordelijkheid daarvoor niet passend binnen de rol van Justitie en wil het voortaan intern regelen.
Het Vierlandenoverleg, een halfjaarlijks overleg tussen de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland, richt zich op een gezamenlijke aanpak van criminaliteit en veiligheid binnen het Koninkrijk. Onder leiding van de destijds Nederlandse minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, kwamen onderwerpen als kustwachtactiviteiten, migratie, forensische zorg en jeugdcriminaliteit aan bod.
Eén van de hoofdpunten van het overleg was de discussie over de harmonisatie van de bescherming van persoonsgegevens binnen de Koninkrijkslanden. Hoewel Aruba, Nederland en Sint Maarten de voortgang bespraken van de concept-Consensusrijkswet, kondigde Curaçao aan zich uit deze besprekingen terug te trekken.
Stuurgroep
Volgens de Curaçaose minister van Justitie, Shalton Hato, is het platform van het Vierlandenoverleg niet de juiste plaats om deze wet te bespreken. In tegenstelling tot de andere landen valt het dossier op Curaçao namelijk niet onder het ministerie van Justitie, maar onder andere ministeries. Curaçao heeft daarom besloten een ministeriële stuurgroep op te richten die zich verder zal bezighouden met de voortgang van de wetgeving.
De keuze van Curaçao om zich terug te trekken uit de harmonisatie van persoonsgegevens laat zien dat er ook binnen de samenwerking van de Koninkrijkslanden nuanceverschillen bestaan in verantwoordelijkheid en prioriteiten. De overige landen gaan door met de besprekingen en Curaçao zal in een volgend overleg bekijken hoe zij in de toekomst met dit thema zal omgaan.