Voorwaardelijke celstraffen voor ondernemers wegens niet doen van aangifte
WILLEMSTAD – Afgelopen vrijdag zijn vijf ondernemers van verschillende bedrijven door de rechter veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen variërend van twee tot vier maanden, met een proeftijd van drie jaar. Deze veroordelingen zijn het gevolg van het meerdere jaren niet indienen van winstbelastingaangiften.
Het gerecht heeft bepaald dat deze individuen binnen een vastgestelde termijn al hun achterstallige fiscale aangiften moeten indienen, inclusief voor de perioden waarvoor zij al een schattingsaanslag hadden ontvangen.
Gedurende de proeftijd moeten zij tevens zorg dragen voor het tijdig indienen van alle toekomstige aangiften en de bijbehorende belastingen betalen. Indien zij zich aan deze voorwaarden houden, zullen zij niet daadwerkelijk de gevangenis in hoeven.
Tijdens de rechtszaak kwam aan het licht dat sommige van de betrokken bedrijven aanzienlijke belastingschulden hadden opgebouwd, variërend van 100.000 gulden tot meer dan 1,5 miljoen gulden.
Naar aanleiding van recente uitspraken van de minister van Financiën over fiscale privileges, eiste het Openbaar Ministerie dat deze schulden volledig afbetaald worden binnen de proeftijd.
Maar de rechter heeft bepaald dat de veroordeelden op korte termijn een betalingsregeling moeten treffen met de Ontvanger en zich aan deze regeling moeten houden. Eventuele problemen met de Ontvanger zijn volgens de rechter een verantwoordelijkheid van de minister om op te lossen.
De veroordeelden hebben aangegeven zich aan de voorwaarden te willen houden, maar uitten hun zorgen over de potentiële gevolgen van een strafblad voor internationale reizen, met name naar de Verenigde Staten.
In de laatste twee zaken hebben de advocaten van de verdachten technische verweren ingediend, waartegen het Openbaar Ministerie bezwaar heeft gemaakt. Het gerecht zal op 20 maart een uitspraak doen over deze zaken.