WILLEMSTAD – Ondanks de waarneming van oliepatches ten noordoosten van Curaçao is er tot op heden geen olie aan land gespoeld aan de noord- en oostkust. Dit wordt bevestigd door Lesley Fer, directeur directie Risicobeheersing & Rampenbeleid op het eiland. Hij benadrukt dat de situatie nauwlettend wordt gevolgd.

Deze patches zijn voor het eerst opgemerkt tijdens controles langs de kust bij Boca Ascension en andere inhammen, waarbij tot nu toe geen olie aan land is gevonden. De havenmeester fungeert als coördinator voor de aanpak van de olievlek op zee, terwijl teams van Carmabi en de kustwacht de situatie in de gaten houden.

Fer zegt dat hij de woordvoering tijdelijk heeft overgedragen gekregen van de havenmeester van CPA: “om hem te ontlasten”.

Tijdens een persconferentie vanmiddag op Bonaire waarschuwde havenmeester Gunther Flanegin voor de olievlekken die op weg zijn naar Aruba en Curaçao, na Bonaire eerder deze week te hebben bereikt. Satelliet- en radarbeelden hebben uitgewezen dat de vlekken zich verplaatsen richting de naburige eilanden, waarop de havenmeesters van beide eilanden zijn gealarmeerd.

Oliebooms

Een complicerende factor op Curaçao is het gebrek aan ‘oliebooms’, essentiële hulpmiddelen om de verspreiding van olie in zee en aan land tegen te gaan. GMN-sectordirecteur Gabriel Murray lichtte voor de microfoon van Paradise FM toe, dat er momenteel geen middelen zijn om de mondingen van de Sint Jorisbaai en Boca Ascension effectief af te sluiten, noch om olie op ruwe zee tegen te houden.

Investeringen in dergelijke uitrusting zijn noodzakelijk, aldus Murray, die ook aangeeft dat de olievlekken moeilijk te vinden zijn wanneer ze onder het wateroppervlak verdwijnen.

Hoewel oliebooms op ruwe zee niet altijd effectief zijn, benadrukt Murray dat, mocht de olie het vasteland bereiken, het handmatig en met graafmachines verwijderd zal moeten worden.

Curaçao heeft geen kleurcodes voor dergelijke incidenten, zoals Aruba, maar het rampenplan kan worden geactiveerd indien de situatie verslechtert.