WILLEMSTAD – De Curaçaose politie en Landsrecherche hebben te weinig moderne opsporingsmiddelen, wat kan leiden tot onnodige vertraging in onderzoeken. Dat is de uitkomst van een onderzoek door de Raad voor de Rechtshandhaving naar de efficiëntie van opsporingsonderzoeken op het eiland. Het ontbreken van moderne opsporingsmiddelen wordt momenteel opgevangen door hulp van het recherchesamenwerkingsteam RST en de Marechaussee.

In de Curaçaose wetgeving zijn bepalingen opgenomen die stellen dat strafzaken binnen een redelijke termijn afgehandeld dienen te worden. Dit is om te waarborgen dat zowel slachtoffers als daders rechtvaardigheid ervaren binnen het rechtssysteem.

Maar uit het onderzoek blijkt dat er geen vastgesteld beleid is waarin doorlooptijden van strafzaken zijn vastgelegd door de opsporingsinstanties zoals het Openbaar Ministerie, Korps Politie Curaçao, Landsrecherche Curaçao en het Recherche Samenwerkingsteam RST. 

Er zijn wel stuurgroepen opgericht binnen de justitiële keten die de voortgang van opsporingsonderzoeken monitoren, wat door de Raad als positief wordt gezien.

Personeel

Een belangrijke uitdaging blijkt de personele capaciteit te zijn. Met name bij de Landsrecherche is er een negatieve invloed merkbaar van het personeelstekort op de afhandeling van strafzaken. Om dit tekort aan te pakken, krijgt de politie steun van het RST en de Koninklijke Marechaussee.

Daarnaast is er een nijpend tekort aan moderne opsporingsmiddelen bij de politie en de Landsrecherche. De Raad benadrukt de noodzaak dat opsporingsinstanties op structurele wijze worden voorzien van de juiste middelen.

De Raad heeft ook vastgesteld dat opsporingsorganisaties geen consistente registraties bijhouden van instroom en uitstroom van strafzaken, waardoor de exacte doorlooptijd onbekend blijft. 

Ze adviseert daarom dringend om deze gegevens systematisch vast te leggen. Het huidige gebrek aan deze data wordt gezien als een significant gemis in het opsporingssysteem.