Rechter vindt salariscompensatie leraren onvoldoende
WILLEMSTAD – Het Gerecht heeft op 8 november 2023 een reeks uitspraken gedaan die het Verenigd Protestant Christelijk Onderwijs (VPCO) in het gelijk stellen in vier geschillen met de minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport. De zaken betreffen de vergoeding van extra salariskosten, de adequaatheid van onderwijsbekostiging, achterstallige betalingen en claims van ongelijke behandeling.
In het eerste geschil is de uitspraak dat de minister van Onderwijs moet opdraaien voor extra salariskosten voor het promoten van 12 docenten-A naar een hogere schaal, na vijf jaar ervaring en positieve evaluatie, ook al is die ervaring in Nederland, Aruba of Bonaire opgedaan.
Ten tweede heeft het Gerecht geoordeeld dat de minister niet heeft gezorgd voor een toereikende vergoeding voor de schooljaren 2019/2020 tot en met 2022/2023, een tekortkoming die schrijnend is gezien de stijgende kosten en de statische houding van het ministerie.
Ten derde is bepaald dat de minister geen geld tegoed heeft van VPCO voor de periode 2009/2010 tot en met 2019/2020, waarbij het hof de langdurige nalatigheid van de minister om tijdig af te rekenen kritisch bekijkt.
In het vierde geschil wordt de claim van VPCO over ongelijke bekostiging deels erkend, met de bevinding dat de minister niet transparant is over de afrekening met DOS, een andere onderwijsinstantie.
Het vonnis legt nu de bal bij de minister om met nieuwe voorschotbeschikkingen te komen en een heldere, eerlijke bekostiging van het onderwijs te waarborgen. De minister zal ook met een nieuwe beschikking moeten komen die VPCO’s recht op personele en materiële kosten vaststelt, met een duidelijke motivatie en rechtvaardiging in het licht van de uitspraak.