Nieuws Curaçao

College financieel toezicht waarschuwt Curaçao voor achterblijvende investeringen

WILLEMSTAD – Het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) heeft in een recente brief aan de Curaçaose minister van Financiën zijn zorgen geuit over de achterblijvende investeringen op het eiland. Uit de derde uitvoeringsrapportage van 2023 blijkt dat Curaçao ver achterloopt op de begrote investeringen van negentig miljoen gulden. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de economische ontwikkeling van het eiland.

Volgens het Cft heeft Curaçao tot het derde kwartaal van 2023 slechts zeventien miljoen gulden geïnvesteerd, terwijl de begroting een bedrag van negentig miljoen voorzag. Dit duidt op een significant verschil tussen de geplande en de daadwerkelijke investeringen.

Het Cft benadrukt de noodzaak om het investeringsniveau structureel te verhogen en heeft de Curaçaose regering verzocht passende maatregelen te nemen.

Achterblijvende overheidsinvesteringen betekenen concreet dat de uitgaven van de overheid aan belangrijke projecten en infrastructuur lager zijn dan wat oorspronkelijk was begroot of gepland. Dit kan gevolgen hebben voor de economische groei, overheidsinvesteringen zijn vaak een belangrijke motor daarvoor. Wanneer deze investeringen achterblijven, kan dit leiden tot vertraagde economische ontwikkeling.

Overheidsinvesteringen genereren vaak directe en indirecte werkgelegenheid. Minder investeringen kunnen dus leiden tot minder banen, wat vooral in kleinere economieën, zoals die van Curaçao significant kan zijn.

Overschot

Ondanks deze zorgwekkende trend, toont de rapportage een voorlopig overschot van 88 miljoen gulden op de gewone dienst tot en met het derde kwartaal van 2023. De baten bedragen bijna 1,3 miljard, vergelijkbaar met 2022, maar er is een achterstand in de belastinginkomsten, met name de loon- en inkomstenbelasting.

Die bedragen bijna 1,2 miljard, wat hoger is dan in 2022, vooral door toegenomen uitgaven voor goederen en diensten. Het Cft wijst op de noodzaak om de lasten, in het bijzonder die voor goederen en diensten, nauwlettend in de gaten te houden.

Interessant is de daling van de personeelslasten tot 312 miljoen gulden, mede als gevolg van de Vervroegde Vrijwillige Uitstroom (VVU) regeling. Maar de invulling van vacatures blijkt een uitdaging, wat bijdraagt aan lagere personeelslasten dan begroot.

Schuldpositie

Ook de collectieve sector baart het Cft zorgen. Curaçao heeft nog niet gerapporteerd over de cijfers van deze sector voor de jaren 2021 en 2022. Dit is cruciaal om een onhoudbare schuldpositie van het land te voorkomen. Het Cft verzoekt Curaçao dringend om deze rapportages zo spoedig mogelijk af te ronden en de noodzakelijke stappen te zetten voor de vaststelling van de collectieve sector voor 2023 en 2024.

De brief van het Cft onderstreept het belang van financieel beheer en transparantie voor de economische stabiliteit en groei van Curaçao. De achterblijvende investeringen vormen een duidelijke zorg voor de toekomst, die aangepakt dient te worden om de economische ontwikkeling van het eiland te waarborgen.

Deel dit artikel