Nieuws Curaçao

Hof houdt beslissing Ennia aan tot na 24 oktober

WILLEMSTAD – Het Gerechtshof in Willemstad houdt een beslissing in hoger beroep over Ansary en volgelingen aan tot in ieder geval 24 oktober. Maar ook dan zal er geen beslissing vallen in het grootste bekende financieel schandaal op Curaçao, zo is te concluderen uit het 143 pagina tellende tussenvonnis dat vandaag is uitgesproken door het Hof.

Grootaandeelhouder Hushang Ansary worden ernstige schendingen van fiduciaire verplichtingen en financieel wangedrag verweten. Dan gaat het om het vertrouwen en de verantwoordelijkheid die Ansary draagt bij het beheren van geld, eigendommen of belangen van een ander.

Ennia dat sinds 2018 onder curatele staat van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten beweert dat Ansary en zijn medestanders onverantwoordelijk beheer van de verzekeringsmaatschappij hebben gevoerd.

Daarbij zouden ze financiële middelen hebben onttrokken en het bedrijf hebben blootgesteld aan onnodige risico’s. De belangen van de polishouders zijn daarbij volgens de Centrale Bank ernstig geschaad.

In beginsel

In eerste aanleg heeft het Gerecht de vorderingen van Ennia bij uitspraak van 29 november 2021 toegewezen tot een bedrag van meer dan 1 miljard gulden. Over een deel van de vorderingen van Ennia heeft het Hof vandaag geen beslissing genomen, maar een principe besluit. Partijen kunnen dat nog aanvechten, al moeten ze dan wel met heel overtuigende argumentatie komen.

Zo vindt het Hof dat Ansary aansprakelijk is voor een van de de investeringen in een andere Amerikaanse vennootschap, waarvan hij ook bestuurder en een van de aandeelhouders was. Als gevolg van een specifieke transactie in 2014 zijn de aandelen van Ennia onder de werkelijke waarde verkocht, waardoor Ennia ernstig tekort werd gedaan en de portomonnaie van Ansary rijkelijk werd gevuld.

Het Hof begroot de schade op dit punt afgerond, op 117 miljoen dollar. Ook oordeelt het Hof dat Ansary en anderen aansprakelijk zijn voor een investering in 2009 van olieplatforms. Deze investering is niet passend en verantwoord voor een onderneming als Ennia, aldus het Hof, die de schade begroot op ruim 11 miljoen dollar.

Het Hof heeft deze en nog andere punten vermeld in de slotsom van het vonnis en niet in de beslissing. Bovendien zegt het Hof in de slotsom dat de toewijzing van 117 miljoen dollar in beginsel toewijsbaar is en houdt daarmee een slag om de arm.

Mullet Bay

Om over de resterende vorderingen te kunnen beslissen is onderzoek door een onafhankelijke deskundige nodig en moeten partijen nog nadere informatie verstrekken. Daarop beslist het Hof nu niet.

Van doorslaggevend belang noemt het Hof de waarde van Mullet Bay. Dat is een perceel grond op Sint Maarten dat door Ansary in Ennia als asset is ingebracht. Het betreft een voormalig golfresort en timeshare locatie.

In 1995 is Mullet Bay door de orkaan Luis aangetast. Een hotel is overgebleven, voor het overige is het terrein niet verder (her)ontwikkeld. Mullet Bay is voor hoge bedragen in de jaarrekeningen van Ennia opgenomen. Partijen twisten over de waarde van Mullet Bay.

Het Hof vindt dat Mullet Bay in de jaren waarin de door Ennia genoemde (dividend)uitkeringen zijn gedaan in de jaarstukken ten onrechte is opgenomen voor een waarde die is ontleend aan te summiere waarderingen van een taxateur.

Daarom kan kan er niet van worden uitgegaan dat de gedane (dividend)uitkeringen in overeenstemming met de wet en de statuten zijn gedaan. Het Hof kan de vraag of Ansary en anderen schadeplichtig zijn nog niet beantwoorden, omdat niet uitgesloten kan worden dat bij een deugdelijke waardering een (dividend)uitkering van enig bedrag had kunnen plaatsvinden

Het Hof vindt daarom in de eerste plaats dat een nadere deskundige voorlichting noodzakelijk is over de waarde die in de relevante jaren redelijkerwijs aan Mullet Bay kon worden toegekend. Als mocht blijken dat Ennia in verband met overwaardering van Mullet Bay meer uitkeringen heeft gedaan aan haar aandeelhouder dan wettelijk en statutairaan toelaatbaar was, dan zal het Hof later beoordelen welk bedrag aan Ennia moet worden (terug)betaald.

Excessieve uitgaven

Het Hof oordeelt dat wanneer uitgaven worden gedaan als donaties of bovengemiddelde reis- en verblijfkosten, allereerst noodzakelijk is dat de financiële ruimte van Ennia toereikend is voor de desbetreffende uitgaven.

Maar ook indien die ruimte toereikend is, geldt steeds ook dat de uitgave verantwoord moet zijn in het licht van het belang van Ennia. Het Hof komt tot aansprakelijkheid van Ansary en anderen voor een aantal posten ter zake van donaties.

Die dienden een particulier doel en geen enkel belang van de vennootschap. Ook zijn er geleverde diensten die geen enkel verband houden met de bedrijfsvoering van Ennia. Daarnaast voerde Ansary persoonlijke assistenten en ‘spookpersoneel’ op en declareerde kosten voor privévliegtuigen

In het vonnis heeft het Hof een bedrag van (opgeteld) bijna dertig miljoen al toewijsbaar geacht.

Over de vergoeding van de commissarissen en hun reis- en verblijfkosten wordt nader geoordeeld als het taxatierapport van de onafhankelijke deskundige over Mullet Bay er is.

Benoemen

Partijen krijgen nu eerst de gelegenheid zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige voor een taxatie van Mullet Bay en de formulering van de te stellen vraag.

24 oktober staat een volgende zitting op de rol. Een definitieve uitspraak wordt later verwacht.

Deel dit artikel