‘Naakt standbeeld van Tula laat zien hoe ver weg de strijd voor emancipatie nog is’
De tijd staat stil, de tijd die alle wonden heelt. De woorden uit het lied ‘Een wereld zonder jou‘ van Marco Borsato en Trijntje Oosterhuis lijken op maat geschreven om de controverse over het naakte standbeeld van Tula in 2023 op Curaçao te duiden.
Redactioneel commentaar | Dick Drayer
Afgelopen week liet oud-minister René Rosalia een proteststem horen over de mogelijke komst van het standbeeld van Tula, gemaakt door de witte Nederlandse kunstenares Toos Hagenaars.
Ook in het jaar dat Toos’ creatie voor het eerst het levenslicht zag, 1973, was Rosalia tegenstander van het beeld. Maar toen speelde de kleur van de kunstenares geen enkele rol. Lodewijk Dros doet hierover uitgebreid verslag in zijn boek ‘Tula, een beeld van de slavernij‘.
Tijdens vergaderingen destijds in het huis van Toos – waar zij steun zocht en uitleg gaf over het beeld – werd over van alles gediscussieerd, maar niet over haar kleur. René Rosalia was daar bij. De discussies, waar notulen van zijn gemaakt – zo valt te herleiden in het boek, vinden plaats tegen de achtergrond van de marxistische klassenstrijd na 30 mei 1969, toen de eerste revolutionaire tekenen van die strijd Curaçao kleurden.
Nog belangrijker is dat er in 1973 nog geen ‘nationaal’ standbeeld van Tula was en de discussie over het beeld van Toos met deze wetenschap een ander gezicht krijgt. De vraag toen was of Toos’ beeld de belichaming zou zijn van de held Tula, waar het volk van Curaçao bij stil kan staan en eer ontlenen?
Kultuurkamer
Het gaat in 2023 niet meer over deze aspecten die de acceptatie van het beeld in 1973 richting gaven.
Toch is dát wat René Rosalia er nu van maakt. Zijn politieke beweging Kousa Promé benadrukt in 2023, wat hij in 1973 al in marxistische termen bedacht: een standbeeld van Tula vereist het belang van betrokkenheid van het volk bij het creëren van een nationale held zoals Tula. Zijn partij stelt nu zelfs voor om een officiële commissie van deskundigen in te stellen – met goedkeuring van het volk – om een plan te ontwikkelen voor een waardig en representatief standbeeld van Tula.
Alsof de tijd heeft stil gestaan. Juist dát beeld staat er al enige tijd, sinds 1998. In het ‘Parke di Lucha’. Wat Rosalia kennelijk wil is dat elke beeltenis van Tula, op elk moment in tijd, gescreend wordt op de dan geldige normen en waarden van het volk. Een Curaçaose variant op de Duitse ‘Kultuurkamer’?
Naakt
Wat niet nieuw is, is de naaktheid van het beeld en de controverse die dat met zich mee brengt. Al spraken Rosalia en de andere aanwezigen er ook tijdens die vergaderingen in 1973 niet over.
De kunstenares had in de vergaderingen in 1973 een betoog gehouden over de naaktheid van Tula, die zonder discussie aanvaard werd, zo schrijft Dros in zijn boek.
“Door naaktzijn wordt het beeld tijdelozer. Kleding maakt het accent op de historiciteit groter en daardoor de symboolkracht minder”, zei Hagenaars, destijds,
“In de geschiedenis zijn goden en helden vaak naakt afgebeeld. Zij kregen hierdoor een bijzondere waardigheid. Naakt-zijn symboliseert vrij-zijn. Kleren, vooral kleren die niet van jezelf zijn, wijzen naar een ander die je aangekleed heeft.”
“Naakt-zijn betekent: ik heb niets nodig dan mijzelf. Naakt-zijn van Tula wijst op herboren zijn. De geest van Tula is weer terug: de geest van volledige inzet voor de toekomst van het volk.”
Geen besluit
De discussie anno 2023 over de komst, plaatsing en onthulling van de naakte Tula is nog volop aan de gang, bevestigt Gibi Basilio van het Plataforma Sklabitut i Herensia di Sklabitut.
“Rosalia heeft met het werkdocument van het programma dat dit jaar wordt georganiseerd een foute conclusie getrokken”, zegt hij. “We hebben mogelijke projecten aan data gehangen, niets meer en niets minder.”
Er is volgens Basilio nog helemaal geen besluit over het beeld genomen, de discussie is nog volop aan de gang. “Het Platform zelf is nog erg verdeeld. Niet iedereen is voorstander.”
Basilio heeft de deelnemende partijen in de discussie aangeraden het boek van Lodewijk Dros te lezen. “Want als je het boek leest, dan krijg je – daar ben ik zeker van – een ander idee. Andere invalshoeken.”
Met de actie van Kousa Promé om te demonstreren op 17 augustus tegen de onthulling, loopt Rosalia voor de troepen uit. Kennelijk met als doel een eventueel positief besluit te torpederen, nog voordat de veragdering begonnen is. En dat is ook wel te begrijpen. Rosalia en zijn buitenparlementaire partij hebben geen liij naar de huidige overheid en de organisaties die het herdenkingsjaar slavernijverleden handen en voeten moet geven.
De discussie naar de straat brengen en de focus te leggen op de naaktheid van het beeld, heeft hem invloed. Naaktheid in de Curçaose cultuur is een taboe.
Vijftig jaar
De redenen om het beeld vooralsnog niet naar Curaçao te verschepen, liepen in de afgelopen vijftig jaar wijd uiteen. Ik ga ze niet herhalen. Wie daarover meer wil weten, leze het boek van Lodewijk Dros.
Maar 2023 is geen 1973 meer. Immers, voorafgaand aan het herdenkingsjaar slavernijverleden heeft de Nederlandse regering excuses aangeboden voor de rol van de Nederlandse overheid in het tijdperk van kolonialisme en slavernij. Curaçao heeft dat geaccepteerd.
Onderdeel van die acceptatie is dat wat, wit en zwart, of Nederland en Curaçao, sinds eeuwen van elkaar gescheiden houdt, nu in gezamenlijkheid overwonnen kan worden.
Dat de boosheid en frustratie over eeuwen van discriminatie, ongelijkheid en racisme, niet na één speech van premier Mark Rutte verdwenen is, is evident. Er is dan ook een komma geschreven, geen punt.
Een wil
Maar het betekent ook dat er een wil moet zijn om na die excuses vorm te geven aan samen op een nieuwe manier verdergaan. Gibi zei me in een eerder gesprek eens:
“Ik denk dat als we na vijftig jaar nog niet klaar zijn, we nooit klaar zullen komen. We staan op een heel belangrijk kruispunt na de excuses van Nederland.” Een kruispunt waar kennelijk nog niet iedereen aan toe is, getuige de proteststem van René Rosalia.
De actie om te demonstreren op 17 augustus of de week daaraan voorafgaand toont mijns inziens dat de strijd voor emancipatie, voor het naar elkaar toegroeien nog een lange weg heeft te gaan.
Gibi Basilio formuleerde een oplossing om die toenadering nu als een oplossing aan te dragen. Zet het beeld niet in de publieke ruimte, maar geef het aan het Curaçaose Museum. Dan kan het vandaar ooit een echte plek in de publieke ruikte krijgen, als het volk eraan toe is.
De woorden van Gibi berwijzen dat de tijd niet stil staat, de tijd die alle wonden heelt…