Nieuws Curaçao

Rechter: sublicentiehouders illegaal, masterlicentiehouders aansprakelijk

De stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen (SGBOK) heeft vanochtend een rechtszaak gewonnen tegen een van de vijf masterlicentiehouders op Curaçao. De gedupeerde speler, die zijn winst niet kreeg uitgekeerd, krijgt nu niet alleen de eerder al toegekend miljoen gulden winstgelden, maar ook ook de wettelijke rente en alle proces- en beslagkosten die met dat vonnis gemoeid waren.

De rechter stelt in het vonnis opnieuw vast dat het licentiesysteem dat online-gokbedrijven op Curaçao hanteren feitelijk geen wettelijke basis kent en dus illegaal is.

Antillephone

Aan Antillephone, een van de vijf masterlicentiehouders, is op 29 november 1996 door de toenmalige Gouverneur van de Nederlandse Antillen voor de duur van twaalf jaren een vergunning verleend voor het exploiteren van hazardspelen op de internationale markt door middel van servicelijndiensten, eerst voor telefoon, later ook voor internet.

De vergunning van Antillephone is verlengd en thans nog steeds van kracht. De vergunning is niet voor overdracht vatbaar, zoals expliciet bepaald in artikel 3 lid 1 van de Landsverordening buitengaatse hazardspelen 1993.

Zoals gezegd, Antillephone exploiteert zelf geen casino. Het masterlicentiebedrijf heeft dit contractueel uitbesteed aan derden, waaronder Coinbar, gevestigd in Curaçao waarvan de directie wordt gevormd door het trustkantoor eMoore op Curaçao

Illegaal

Het online gokken door het publiek geschiedt dus op websites van de feitelijke exploitanten die worden aangeduid als sub-licentiehouders en dus illegaal opereren onder Curaçaose wetgeving.

Sublicenties aan derden mogen niet worden verstrekt, zoals te lezen is in het vonnis. De huidige Landsverordening buitengaatse hazardspelen maakt een dergelijk onderverdeling van een vergunning namelijk niet mogelijk.

Daarnaast heeft de Curaçaose overheid het standpunt ingenomen dat dat ook onwenselijk is. Gokbedrijven zijn per definitie kwetsbaar voor witwassen en hebben een grote aantrekkingskracht op criminelen.

Reden ook dat de overheid een beleid ingesteld heeft waarbij exploitanten van (online) casino’s eerst deugdelijk gescreend moeten worden voordat aan hen al dan niet een vergunning verstrekt wordt. Bij sublicenties ontbreekt dat.

Maar de Curaçaose overheid houdt volgens de stichting Belangenbehartiging Gedupeerden Online Kansspelen geen toezicht en handhaaft niet, waardoor er een wildgroei is van (online) gokbedrijven op het eiland. Sommigen richten zich op Nederland en worden daar door Justitie wel aangepakt.

Aansprakelijkheid masterlicentiehouder

Wat het vonnis van eerder al speciaal maakte, is dat de rechtbank de onrechtmatige daad van een van de sublicentiehouders tegen een speler door hem zijn gewonnen geld niet uit te keren of slechts mondjesmaat en zonder de wettelijke rente over het hele bedrag uit te keren ten laste legt van de masterlicentiehouder Antillephone. En nu moet diezelfde masterlicentiehouder ook alle proceskosten en beslagkosten betalen.

Daarmee bevestigt het gerecht dat een sublicentiehouders zelf niet aansprakelijk is anders dan via de hoofdvergunninghouder. En dat was waar het de stichting SGBOK ook om te doen was.

Het gerecht stelt dat Antillephone als masterlicentiehouder haar werkzaamheden ingevolge de vergunning met de daaraan verbonden voorschriften uitbesteed aan een niet-ondergeschikte, de sublicentiehouder.

De door sublicentiehouder (Coinbar in dit geval) begane fout jegens een speler, is dus begaan bij werkzaamheden die, objectief beschouwd ter uitoefening van het bedrijf van Antillephone aan haar zijn uitbesteed. Bovendien is de manier waarop de masterlicentiehouder genoemd wordt op de online-goksite van de sublicentiehouder niets anders aan te duiden dan als eenheid van onderneming, vanuit het perspectief van de speler bezien: de gemiddelde speler mag er zelfs van uitgaan dat de site wordt geëxploiteerd door de vergunninghouder zelf, in plaats van door een derde, aldus het Gerecht.

Zou je deze redenering niet hanteren en doortrekken, dan zou de wettelijke bescherming van doorgaans in zwakkere posities van spelers een illusie blijken. De waarborging van uitbetaling van gewonnen prijzengeld zou daardoor ook illusionair kunnen blijken.

Deel dit artikel