Warme zeewater rond Curaçao heeft verstrekkende gevolgen
WILLEMSTAD – De koraalriffen in het Caribisch gebied, met name rond Curaçao, staan onder grote druk door stijgende zeewatertemperaturen – nu in mei is het al 28 tot 29 graden – en andere milieu-invloeden. Terwijl sommige mensen het belang van deze riffen misschien niet inzien, zijn de gevolgen van hun achteruitgang verstrekkend. Journalist Dick Drayer sprak hiierover met Dr. Mark Vermeij, wetenschappelijk directeur van het CARMABI-onderzoeksstation op Curaçao en professor in tropische mariene ecologie aan de Universiteit van Amsterdam.
29 graden zeewater in de maand mei, wat betekent dat?
Hier op Curaçao leven koralen samen met kleine algen die in hun weefsel verblijven. Wanneer het te warm wordt, produceren deze algen een soort giftige stof waar de koralen niet tegen kunnen. Om zich te beschermen, stoten de koralen de algen uit, waardoor ze tijdelijk van de giftige stoffen verlost zijn. Maar veel koralen zijn afhankelijk van deze algen voor hun voedselproductie.
Wanneer het water te lang warm blijft, keren de algen niet terug en verhongeren de koralen, wat resulteert in hun dood. Dit proces wordt zichtbaar doordat het koraal verbleekt wanneer de algen, die het koraal zijn kleur geven, worden uitgestoten. Als deze situatie lang genoeg aanhoudt, kunnen veel koralen verhongeren, wat leidt tot het verdwijnen van de koraalriffen.
En zie je dat nu al als je onderwater bent?
Het begint helaas normaal te worden. Vroeger was het zo dat een warm watergebeurtenis ongeveer één keer in de vijf jaar voorkwam. Daarna was het een paar jaar rustig, en dan gebeurde het weer. Wat we nu zien, is dat het elk jaar raak is.
Wat nog zorgwekkender is, is dat de koralen nauwelijks de tijd hebben om te herstellen van het vorige jaar. Normaal gesproken beginnen dit soort gebeurtenissen rond september of oktober, maar nu begint het al in mei. Hierdoor is het niet meer een incidenteel evenement; deze gebeurtenissen volgen elkaar continu op. Het water blijft voortdurend te warm, waardoor de koralen het echt relatief slecht hebben in vergelijking met 20 of 30 jaar geleden.
Ben je pessimistisch?
Nou ja, wat kun je doen op een klein eiland als Curaçao? Het is niet alsof we hier allemaal elektrische auto’s kunnen gaan rijden om het probleem op te lossen. Natuurlijk is het zo dat hele groepen koralen zullen sterven. We hebben dat in het verleden al gezien. Aan de andere kant, zeventig soorten koraal reageren niet allemaal hetzelfde. Helaas zijn het vooral de grote koralen, die honderden tot duizenden jaren nodig hadden om te groeien en die de riffen hebben gevormd, die nu afsterven.
Tegelijkertijd zijn er ook veel kleinere, sneller groeiende koralen die minder gevoelig zijn voor veranderingen. In het beste geval zou het kunnen betekenen dat deze kleinere koralen de grote koralen vervangen. Helaas sterven de grote koralen nu in grote aantallen af op veel delen rond het eiland.
Daarnaast zie je dat koraalverbleking, zoals het “bleaching” fenomeen, eerder voorkomt bij koralen die al onder stress staan, bijvoorbeeld door kustbouw. Het is dus een opeenstapeling van stressfactoren die het probleem verergert.
Niet eens alleen vanwege het warme zeewater?
Nee, als je het al moeilijk hebt en er komt steeds iets overheen, dan wordt het erger en erger. Je hebt ook andere gebieden, bijvoorbeeld hier op Oostpunt, waar langs de kust helemaal niets plaatsvindt. Daar staan alle koralen er nog prima bij. Die zullen echter ook bleken als het warmer wordt, maar dat gebeurt pas later dit jaar.
Wat je ziet is dat het rif begint te veranderen. Het kan zo erg worden dat je, bij wijze van spreken, alles kwijtraakt. Dat is op veel andere plekken al gebeurd. Iedereen kent de verhalen uit Australië, waar het nu heel erg is.
In het gunstigste geval passen de koralen zich aan. Vorig jaar zag je daar een beetje tekenen van, toen het lang warm was en iedereen dacht dat de koralen nu wel dood zouden zijn. Maar ze bleven leven, wat een hoopvol teken is. Maar dat gebeurt alleen op plekken waar geen andere stressfactoren zijn.
Het kan ook zo zijn dat de koralen die nu het rif vormen verdwijnen, en dat er kleine, onkruidachtige koralen voor terugkomen. Dan heb je niet het rif zoals het vroeger was, maar je hebt nog steeds een rif. Het ziet er alleen heel anders uit.
En hoe erg is dat voor de biodiversiteit?
Dat moet worden onderzocht. Dit is de eerste keer ooit – voor zover we weten – dat het zo verschrikkelijk erg is dat de riffen zo zwaar te lijden hebben onder die warmte. Wat dat allemaal gaat betekenen, ja, dat zullen we zien. En waarschijnlijk eerder dan we zouden willen, want het gaat allemaal heel erg snel.
Als je het nou specifiek over Aruba, Curacao, Bonaire hebt, hoe staan de koralen er dan voor ten opzichte van de rest van de wereld?
Je moet weten dat koraal in het Caribisch gebied eigenlijk nergens anders ter wereld voorkomt. Dus je kunt alleen binnen het Caribisch gebied vergelijken. Wat je dan ziet, is dat er een paar plekken zijn in het Caribisch gebied die het relatief goed doen. Wij hier in het zuiden van het Caribisch gebied horen daar eigenlijk een beetje bij. Dat betekent niet dat alles prima gaat, maar er zijn bijvoorbeeld veel eilanden die al hun koraalriffen al kwijt zijn. Dat komt niet alleen door hitte, maar ook door overbevissing en vervuiling. Daar is het verhaal dus al voorbij.
Vooralsnog lijkt het erop dat wij hier een beetje mazzel hebben en dat het langzamer achteruitgaat dan op de meeste plekken. Er zijn nog steeds veel plekken waar, als je het water inspringt, mensen denken dat het een foto uit 1950 is, maar het zijn foto’s die vorige week zijn genomen. Het mooie koraal is er nog wel.
Hoe komt het dan dat het hier nog relatief goed gaat?
Nou, er zijn een hoop plekken waar niks gebeurt. Zoals Oostpunt. Op Bonaire heb je daar ook een aantal voorbeelden van. Verder zitten we hier buiten de orkaanzone. Wat ook een beetje mee lijkt te spelen, is dat op andere plekken zoals Bermuda en de Flower Banks in de Golf van Mexico, riffen het ook relatief goed doen. Wat die riffen gemeen hebben met onze riffen hier, op de eilanden, is dat er veel voedsel in het water aanwezig is.
Het lijkt erop dat als riffen last hebben van koraalverbleking, ze – en dat geldt niet voor alle soorten – voedsel uit het water gaan vangen. Dat voedsel moet er dan wel zijn. Op afgelegen plekken en hier vlakbij Venezuela is er een groot systeem waar nutriëntrijk water naar boven komt, wat planktongroei veroorzaakt. Daar zitten dan ook kleine kreeftjes in het water. Het lijkt erop dat als de koralen dreigen te verhongeren, ze door het eten van die kreeftjes het wat langer volhouden dan wanneer dat voedsel er niet zou zijn.
Dus het hangt er een beetje vanaf waar je bent in het Caribisch gebied, of dat voedsel aanwezig is. Nogmaals, we zijn daar nu onderzoek naar aan het doen, want het is nog een beetje speculatief. Maar het is opvallend dat al die plekken die het bovengemiddeld doen, plekken zijn waar diep water naar boven komt. Dat water is vaak ook koeler en bevat voedsel. Dus als de koralen hun algen kwijt zijn en kunnen overschakelen naar ander voedsel, houden ze het wat langer vol dan op plekken waar dat niet zo is.
Je zei eerdere dat we allemaal wel elektrisch kunnen gaan rijden, maar dat het probleem daarmee niet wordt opgelost. Wat is jouw idee over hoe dan wel?
Nou ja, dat lijkt me vrij logisch. Als je van die CO2 af kan, zou dat fijn zijn. In de technologiehoek gebeurt nu toch wel het een en ander, waarbij mensen actief CO2 uit de lucht kunnen halen. Zoiets zal ook nodig zijn; het gaat niet vanzelf. Technologie impliceert dat je actief kunt ingrijpen en dat het dus sneller gaat. Ik zou niet weten hoe je het anders moet oplossen.
Wat je als eilanden zou kunnen doen, is proberen zoveel mogelijk lokale stressfactoren wegnemen, omdat de gevolgen van blootstelling vaak stress op stress op stress zijn. Een koraalrif kan best wel wat hebben, maar niet tien verschillende dingen tegelijkertijd en elk jaar. Dus zorgen voor schoon water en ervoor zorgen dat niet al het gif, rioolwater en dergelijke via de grond of via de binnenbaaien de zee in laat lopen.
Daarnaast moet je ervoor zorgen dat de ’tuinmannen’ van je rif, en dat zijn vaak papegaaivissen, beschermd worden. Wat er gebeurt als koralen doodgaan, is dat jonge koralen zich op die plekken kunnen vestigen en nieuwe riffen kunnen vormen. Maar die plekken groeien vaak vol met algen, omdat die sneller groeien dan koralen. Papegaaivissen eten die algen, waardoor de ruimte weer beschikbaar wordt voor koralen. Dus hoe meer papegaaivissen, hoe beter je de algen onder controle houdt en hoe meer potentieel er is voor het koraal om terug te groeien.
Zijn de vissers zich daarvan bewust?
Nou, die zijn het er mee eens. Papegaaivissen werden van oudsher ook niet echt gegeten. Maar je ziet eerder toeristen op die beesten hengelen dan dat er lokaal op die dingen gevist wordt.
We hebben pas vistellingen gedaan en je ziet wel dat de trend naar beneden wijst. Het peil staat dus laag. Er zijn steeds minder van de grotere vissen, en nu beginnen we langzaam over te schakelen naar soorten waar we tot nu toe vanaf zijn gebleven, zoals de papegaaivissen. Daar moeten we echt voor oppassen, zodat we over tien jaar niet concluderen dat het te laat is om nog iets te doen.
Dus, lang verhaal kort, als je die lokale stressfactoren wilt verminderen, moet je vooral je diersoorten beschermen die belangrijk zijn voor het rif, zoals de papegaaivissen. Daarnaast is het belangrijk om de waterkwaliteit te verbeteren. Op dit moment is dertig procent van het grondwater hier rioolwater en allerlei gifstoffen komen ook in het water terecht. Dit probleem is technologisch vrij makkelijk op te lossen, dus daar moeten we gewoon mee stoppen.
Dus, de kans dat je over 20 à 30 jaar nog riffen hebt, is aanwezig. Ik ben positief over deze locaties hier. Niet alle riffen blijven behouden, dus het zal een beetje fifty-fifty zijn. De helft verdwijnt, maar de andere helft komt terug in een andere vorm.
Hoe belangrijk is koraal voor het toerisme?
Nou, er zijn natuurlijk een hoop mensen die dat totaal niet interesseert. En zelfs een slecht koraalrif of een ongezond koraalrif wordt door een hoop mensen al mooi gevonden. Sommigen vinden koraal zelfs vervelend als ze in het water lopen en hun tenen stoten. Hoe eerder we van die koralen af zijn, hoe beter, denken zij misschien.
Maar iedereen die hier op het strand komt liggen, inclusief toeristen en de lokale bevolking, vindt de stranden wel belangrijk. En zij moeten weten dat al het witte strandzand afkomstig van koraalriffen. Als het rif verdwijnt, verdwijnt in principe ook de zandfabriek die het strand vormt.
Geen rif betekent geen zand, en geen zand betekent geen strand. Dat zie je al op andere plekken in het Caribisch gebied gebeuren. Mensen die graag op het strand liggen, komen dan niet meer. Dat leidt tot problemen, want stranden dienen ook als buffer tegen het stijgende water en golfslag.
Als de stranden weg zijn en het water daar begint waar vroeger het strand was, dan hebben we een serieus probleem. Het water wordt niet alleen warmer, maar het stijgt ook snel. Zeker hier, bijvoorbeeld in de wijk Punda, waar je op luchtfoto’s ziet dat het bijna omsloten is door de zee en de Waaigat. Vorig jaar stond het water al bijna aan de rand. Nog een stormpje bij volle maan en de binnenstad komt onder water te staan.
Dat gaan we de komende tien jaar zeker meemaken. Het is niet alleen het warme water dat een probleem is. Het is niet dat het over vijftig jaar een meter hoog staat en je kind daar speelt waar vroeger het strand was, maar als alle factoren samenkomen, staat de binnenstad onder water. Dat gaat binnen nu binnen tien, twintig jaar zeker een keer gebeuren, vorig jaar was het al bijna zo.