Bankier Capriles: Waarom bankencrisis geheel aan Curaçao voorbij is gegaan
Door René Zwart
Er was een tijd dat bankiers in hoog aanzien stonden. Dat was voor de bankencrisis van 2008. Sindsdien bevinden ze zich qua status tussen journalisten en tweedehands autoverkopers. Maar er zijn uitzonderingen, zoals Lionel ‘Chicu’ Capriles, president en CEO van de grootste financiële dienstverlener van het Caribisch deel van het Koninkrijk, Maduro & Curiel’s Bank. Die kwam net als de andere banken op Curaçao zonder een cent overheidssteun de bancaire malaise ongeschonden door.
,,Van de crisis zelf hebben wij niets gemerkt. Voor de banksector in de Nederlandse Cariben was het een non-event dat zich ver van ons bed afspeelde. Hoe luidt het spreekwoord ook al weer? Schoenmaker blijft bij je leest. Wij zijn kleine dorpsbankiers, die beginnen niet aan ingewikkelde producten waar niemand iets van snapt. We worden overigens wel geconfronteerd met de gevolgen van de crisis. Wereldwijd zijn de regels aangescherpt, ook door De Nederlandsche Bank, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten en de Centrale Bank van Aruba en de Autoriteit Financiële Markten. De eisen die aan solvabiliteit worden gesteld zijn flink opgeschroefd. En ook wij moeten ons onderwerpen aan stresstesten.”
Cultuur
Met een balanstotaal van NAF 7.955.894.000 en 1.300 medewerkers doet Capriles zichzelf tekort met de kwalificatie ‘dorpsbankier’. Maar feit is wel dat de bank in de 103 jaar van het bestaan heel gewoon is gebleven. ,,We hebben rekening te houden met de cultuur van de eilanden. Aan de ene kant zijn we een bank met het complete pakket aan eigentijdse financiële diensten, maar tegelijkertijd willen wij er ook zijn voor Machi uit Bandabou die elke maand met haar spaarboekje komt. Vanuit mijn werkkamer kijk ik in ons filiaal in Punda en zie ik wat oudere mannen. Kennelijk zijn de pensioenen uitbetaald. Ze drinken met elkaar een kopje koffie en kletsen wat. Dat hoort heel erg bij de MCB. Maar we zijn evenzeer de bank voor de millennials die al hun bankzaken via internet en een mobieltje willen afhandelen. En dan hebben we uiteraard ook nog onze zakelijke klanten van wie er veel internationaal georiënteerd zijn. Juist die grote verschillen in klantgroepen maken mijn werk zo leuk.”
Paplepel
Het bankiersvak is Capriles met de paplepel ingegoten. ,,De bank is een familiebedrijf, in 1916 opgericht door mijn overgrootopa van moeders kant. Mijn beide opa’s en mijn vader hebben bij de bank gewerkt. Mijn grootmoeder en een tante zijn president-commissaris geweest. In 2004 ging mijn vader (de legendarische ‘Paps’ Capriles; red) met pensioen en heb ik het stokje overgenomen. Sinds 1970 hebben we een grootaandeelhouder: The Bank of Nova Scotia uit Toronto die 49% van de aandelen heeft. De andere 51% blijft bij de familie. De combinatie van een zeer zakelijke partner met een familiebedrijf werkt fantastisch.”
Chicu Capriles heeft – met tussendoor een jaartje Nederland – tien jaar in de Verenigde Staten gestudeerd (onder meer politicologie en finance) en gewerkt. ,,De keuze was niet zo zeer of ik bij de bank zou gaan werken of niet. Het was kiezen tussen de VS en terugkeren naar mijn geboorte-eiland. Een moeilijke keuze, want ik had het fijn in Amerika en een carrière in het buitenland sprak me ook wel aan. Maar toen we – ik was inmiddels verloofd – eenmaal hadden besloten terug te gaan naar Curaçao stond het vast dat ik bij de bank zou gaan werken. Ik realiseer me dat ik zeer bevoorrecht was in een gespreid bedje te komen, maar het was er wel een met haken en ogen. Het brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee en je moet je telkens weer bewijzen. Ik had overigens wel de optie om wat anders te gaan doen als het niet zou bevallen.”
Leermeester
,,Ik had aan mijn vader een goede leermeester. Zowel qua persoonlijkheid als managementstijl verschilden we. Hij moedigde mij aan mijn eigen koers te varen. In zijn voetsporen treden zou me nooit gelukt zijn, ik kreeg van hem alle ruimte in mijn eigen schoenen te groeien. De eerste drie jaar heb ik bij de verzekeringspoot gezeten. Dat was een nieuw terrein voor me, maar het was een leuke toko. Daarna heb ik een tijdje op het kantoor op Bonaire gezeten waar wat brandjes te blussen waren. Vervolgens heb ik mij vanuit het hoofdkantoor in Willemstad beziggehouden met de vestigingen op de andere eilanden. Pas na een jaar of acht, negen ben ik me gaan bemoeien met bankzaken in de breedste zin.”
Capriles doet er niet geheimzinnig over dat de bank tegenwind heeft gehad. ,,2017 en 2018 waren niet makkelijk. Het is in het verleden altijd zo geweest dat als het met de economie op Aruba wat minder ging Curaçao juist in de lift zat en vice versa. De eilanden hielden elkaar mooi in balans. Maar de laatste jaren is het voor het eerst in ons bestaan dat vijf eilanden tegelijk met economische tegenvallers kampen. Wij hebben deze periode gebruikt om kritisch naar onze interne organisatie te kijken en de efficiency te verbeteren. Als de omstandigheden veranderen moet je je simpelweg aanpassen.”
Optimistisch
Voor 2019 en komende jaren is de bankdirecteur optimistisch. ,,Er zijn positieve signalen. Het toerisme groeit stevig, er is veel geïnvesteerd in een doordacht concept voor de luchthaven, Damen heeft Dok overgenomen, Corendon gaat fors investeren in het voormalige Veneto-hotel, de opening van het nieuwe ziekenhuis en de komst van een nieuwe partner voor de raffinaderij. Natuurlijk, er kan veel misgaan. Als de wereldeconomie instort zullen wij dat ook merken. Maar ik hou geen mooi verhaal, het zijn concrete projecten die met elkaar voor een boost kunnen zorgen.”
Capriles staat achter de ambitie van de regering Curaçao uit te bouwen tot een hub voor de regio. ,,Daar heb ik altijd in geloofd. Wij hebben alles mee om die rol te vervullen. Als concept ziet het er veelbelovend uit, maar we moeten het nu wel realiseren. Ik hoop dat er uit de summit Bon Bini for Business die in januari is gehouden concrete initiatieven voortkomen. Als bank hebben wij vanzelfsprekend ook een verantwoordelijkheid te helpen de economie aan te jagen. Als het met de economie goed gaat, dan gaat het met ons goed dus we zouden stom zijn als wij niet onze rol zouden opeisen.”
Opvolging
Capriles begrijpt waarom het Kabinet Rhuggenaath naar partners voor de eigen overheidsnv’s zoekt om deze te versterken. ,,Het is wel zaak het kaf van het koren te scheiden. Er zijn veel partijen in de markt die er alleen maar op uit zijn om, gebruikmakend van het moment, even snel veel geld te verdienen. Partners moeten daarom goed gescreend worden zodat je organisaties binnenhaalt van het kaliber Damen dat een dijk van een reputatie heeft.”
Pensioen is nog ver weg voor Capriles dus zijn opvolging is geen gespreksonderwerp. ,,Ik heb vier kinderen van wie er drie in Amerika studeren. De grote vraag is of ze überhaupt terugkeren. Dat moeten ze zelf beslissen, maar ik schat de kans dat zij een carrière bij de bank ambiëren niet al te hoog in. De jongste die nog op de middelbare school zit toont wel interesse dus wie weet. Voorlopig heb ik het geweldig naar mijn zin. De bankwereld is voortdurend in ontwikkeling, geen dag is hetzelfde. Ik ga met veel plezier naar kantoor.”
Bank met historie
De geschiedenis van de MCB-bank gaat terug naar 16 december 1916 toen Maduro’s Bank als eerste commerciële bank in de Nederlandse Antillen in Willemstad de deuren opende. De komst van de Shell-affinaderij en de opening van het Panamakanaal zorgden voor veel nieuwe bedrijvigheid in en rond de haven. Het afhandelen van financiële transacties door handelaren en wisselkantoren volstond niet langer.
Joseph Alvarez Correa besloot in samenwerking met de bekende handelsmaatschappij S.E.L. Maduro & Sons NV professionele bankdiensten aan te bieden. Het startkapitaal bedroeg 1 miljoen Antilliaanse guldens. In 1932 fuseerde Maduro’s Bank met Curiel’s Bank tot Maduro & Curiel’s Bank. In 1970 werd The Bank of Nova Scotia uit Toronto voor 49% aandeelhouder. Als grootste handelsbank in het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft de MCB vestigingen op Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten en Sint Eustatius. Op het kleine Saba wordt volstaan met een geldautomaat.
In 1998 is een kantoor in Amsterdam geopend, vooral om bestaande klanten die zich in Nederland hebben gevestigd van dienst te zijn. Ook wie plannen heeft zaken te doen op Curaçao kan er aankloppen. ,,Het is een klein voordeurtje”, aldus Chicu Capriles.
Dit interview is tevens verschenen in het magazine CURAÇAO, een uitgave van het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao.