Meer perspectief op mensrechtenonderwijs en racisme
Draagt mensenrechtenonderwijs automatisch bij aan het tegengaan van racisme? Of kan het racisme juist in stand helpen houden? Lisenne Delgado onderzocht hoe het mensenrechtenkader van de Verenigde Naties en het mensenrechtenonderwijs in Curaçao diepe historische wortels hebben. Ze hoopt op dit onderwerp op 21 december te promoveren aan de Universiteit van Utrecht.
De koloniale erfenis werkt tot vandaag door in ons mens- en wereldbeeld, in hedendaags racisme en in dominante opvattingen over wat mensenrechten zijn. Volgens Delgado moeten we ook andere perspectieven op de (historische) werkelijkheid erkennen en een plaats geven in het mensenrechtenonderwijs.
Voor HAVO/VWO-docenten en -leerlingen op Curaçao is het huidige curriculum – met de focus op westerse ijkpunten zoals de Franse revolutie – daarom aan een grondige herziening toe – ook al weerhoudt het leerlingen er niet van hun eigen invulling aan ‘mensenrechten’ te geven.
Lisenne Delgado analyseert de relatie tussen mensenrechtenonderwijs en racisme. Haar onderzoek richt zich op het racisme dat zijn oorsprong vindt in de Europese koloniale expansie in de vijftiende eeuw. Delgado kijkt niet alleen naar de wijze waarop vorm wordt gegeven aan mensenrechten, want nauw gerelateerd hieraan zijn namelijk ook sociale structuren, zoals mens- en wereldbeelden en ideeën over de natiestaat en nationale identiteit.
Meervoudig perspectief
Volgens Delgado draagt mensenrechtenonderwijs bij aan racisme wanneer het helpt om sociale structuren in stand te houden die nog geworteld zijn in het kolonialisme. Kenmerkend voor mensenrechtenonderwijs dat bijdraagt aan het tegengaan van racisme is juist dat het deze erfenis blootlegt en leerlingen eraan herinnert dat sociale structuren precies dat zijn: dat wat mensen ervan maken.
Zij kunnen in werkelijkheid dus nooit eenduidig zijn, maar zijn per definitie meervoudig. Zij lijken vaak echter enkelvoudig door de manier waarop ze vast worden gelegd in onder meer mensenrechten.
Volgens Delgado heeft mensenrechtenonderwijs de potentie om bij te dragen aan het tegengaan van racisme als bovengenoemde sociale structuren, inclusief mensenrechten, niet als enkelvoudig worden gezien. Daarbij is het noodzakelijk dat leerlingen worden gewezen op hoe macht en identiteit een rol spelen in het vormen van mensenrechten.
Mensenrechtenonderwijs
Delgado’s onderzoek is gericht op twee case studies, de Verenigde Naties en Curaçao. Meer specifiek kijkt zij naar het mensenrechtenonderwijs dat vorm wordt gegeven door de Verenigde Naties. Ook kijkt zij naar hoe mensenrechten zijn vastgelegd in Curaçao – en daarmee dus in het Koninkrijk der Nederlanden – en hoe dit zijn weg vindt in mensenrechtenonderwijs op Curaçaose scholen.
Bij de VN domineert de opvatting van mensenrechten als vaststaand gegeven, maar deze statische en nogal beperkte uitleg van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens miskent dat normen tot stand komen in een dynamisch proces. Weliswaar zijn er binnen de VN ook stemmen te horen die een ander perspectief vertolken, maar uiteindelijk zal de VN méér moeten doen om rassendiscriminatie aan te pakken dan nu. Artikel 7 van de International Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination is simpelweg ontoereikend, stelt Delgado.
In Curaçao komt mensenrechtenonderwijs op HAVO/VWO scholen alleen impliciet aan bod tijdens de basisvorming bij het vak geschiedenis, wanneer er wordt gedoceerd over de Trans-Atlantische slavernij en de Franse revolutie. Het onderwijsmateriaal – Nederlandse boeken met een Eurocentrisch perspectief – draagt de sporen van het koloniale en imperialistische verleden en sluit weinig aan op de leefwereld van de leerlingen. De leerlingen geven aan dat zij niet zozeer op school leren over mensenrechten maar daarbuiten, en dat zij de opgedane kennis toepassen op school – als in een omgekeerde wereld.
Herziening
De huidige invulling van mensenrechtenonderwijs – zoals verkondigd door de VN en in de praktijk gebracht in Curaçao – is te eenzijdig en draagt zelfs bij aan het in stand houden van bestaande vormen van racisme. Delgado maakt duidelijk dat het mensenrechtenonderwijs toe is aan een grondige herziening. En ook de leerlingen zijn hieraan toe. Zij laten immers zien nu zélf al na te denken over onderwerpen die aan mensenrechten raken en hiernaar te handelen. Tegelijkertijd ontbreekt het hen echter wel aan kennis van formele, juridische mensenrechten.
Wat het meeste indruk op mij maakte, is hoe leerlingen zelf al zeer bewust zijn van identiteit en macht, en hoe dit zich verhoudt tot sociale rechtvaardigheid. Terwijl diezelfde leerlingen afwisselend ook in de val van ‘singulariteit’ lopen. Dit zijn ook precies de onderwerpen waar zij over willen leren op school.Lisenne Delgado over haar onderzoek
Binnen het vernieuwde onderwijs zal er aandacht moeten komen voor de VN en het Koninkrijk als historische gegroeide entiteiten die niet vanzelfsprekend zijn maar kritisch onderzocht kunnen worden. Het doel moet zijn om leerlingen in staat te stellen zelf een bijdrage te leveren aan de gewenste institutionele hervorming van de VN en het Koninkrijk. Hiervoor moeten zij leren dat mensenrechten geen vaststaand gegeven zijn, maar onderwerp van discussie en ook betwisting. Dit neemt niet weg dat leerlingen óók kennis moeten hebben van formele, juridische mensenrechten zoals vastgelegd in (grond)wetten en verdragen. Maar ook hier met kritische aandacht voor de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen.
Die opgave lijkt enorm en overweldigend, schrijft Delgado. Maar als je kijkt naar het gebruik van het Quaco-stripverhaal (zie foto boven) op Curaçaose scholen wordt het al een stuk concreter. Deze strip slaagt er namelijk in om deze materie op een herkenbare manier te presenteren, en is een voorbeeld hoe je de menselijke maat, het veelzijdige perspectief, in mensenrechtenonderwijs kunt integreren. Deze aanbevelingen gelden trouwens evenzeer voor het mensenrechtenonderwijs in andere delen van het Koninkrijk.
Relevant en actueel
Het onderzoek van Lisenne Delgado is relevant en actueel, onder meer gelet op de nieuwe golf aan anti-racisme bewegingen en maatregelen én omdat in augustus dit jaar de wettelijke plicht is ingesteld om mensenrechtenonderwijs te verzorgen in het primair en voortgezet onderwijs. Wat het onderzoek verder bijzonder maakt, is dat het vraagtekens zet bij de gangbare aanname dat mensenrechten en mensenrechtenonderwijs per definitie anti-racistisch zijn.
Lisenne Delgado verdedigt haar proefschrift op 21 december 2021 om 14.15 uur aan de Universiteit Utrecht. Lezers van Curaçao.nu zijn van harte uitgenodigd de verdediging online bij te wonen.
- Nieuw lesmateriaal brengt leguanen tot leven
- Rechter dwingt RKCS tot overleg met vakbond DOEN
- Curaçao boekt vooruitgang in onderwijs, maar concrete uitvoering blijft achter
- Meer dan 100 scholen op Curaçao krijgen nieuwe digitale infrastructuur
- Studenten geïnspireerd door ondernemers op UOC