Nieuws Curaçao

‘Maximale salaris van gezagsdragers is hoger dan nu is vastgesteld’

Het maximale salaris voor gezagsdragers op Curaçao is niet 16.904 gulden per maand, maar 18.884 gulden per maand. Dat berekent minister van Financiën, Javier Silvania. Hij vraagt staatssecretaris Alexandra van Huffelen hiermee rekening te houden, omdat het plafond van nieuwe normering topinkomens daarmee niet op 263.000 gulden per jaar komt, maar 295.000 gulden.

De nieuwe berekening van Silvania is onderdeel van een aantal kleine wijzigingen in het wetsvoorstel Normering Topinkomens die de minister door wil voeren, alvorens de Staten er hun goedkeuring aan geven.

Het verschil tussen de oude en nieuwe berekening zit in het brutoloon dat gehanteerd wordt. Bij de huidige berekening is niet uitgegaan van wat momenteel werkelijk aan een minister wordt uitbetaald als brutosalaris na aftrek van de 25% korting. 

Het verschil ten opzichte van de oude situatie in het huidig wetsvoorstel wordt volgens Silvania enkel veroorzaakt doordat bij de nieuwe berekening het werkelijk uitbetaalde brutoloon aan gezagdragers is gehanteerd. Deze nieuwe uitgangspositie tast de afspraken met Den Haag niet aan, zegt de minister.

Differentiatie

Silvania stelt voorts dat het gemak waarmee de term overheidsgelieerde entiteit wordt gebruikt, soms doet vermoeden dat het om een uniforme groep bedrijven gaat.

Maar volgens de minister zijn overheidsgelieerde entiteiten in de praktijk heel divers. Zo’n entiteit is een zelfstandig opererend bedrijf, ongeacht diens rechtsvorm. 

Om de diversiteit van overheidsgelieerde entiteiten te kunnen beoordelen is aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek Curaçao en specifiek wat betreft drie omvangscriteria voor grote bedrijven.

Die criteria zijn het aantal werkzame personen (tenminste 20 werknemers), de omvang van de netto-omzet (tenminste NAf 10 miljoen) en de waarde van de activa (tenminste NAf 5 miljoen).

Het is volgens Silvania niet onredelijk om de hoogte van het maximumbedrag voor topinkomens afhankelijk te maken van het aantal werknemers, de omvang van de omzet en de waarde van de activa.

“Deze waarden geven namelijk een indicatie van de verantwoordelijkheid en risico’s van het bestuur, en zijn hierdoor een aanvaardbare maatstaf voor het differentiëren van de hoogte van de bezoldiging. Uiteraard binnen de kaders van het te bepalen ‘maximum topinkomen’”, aldus Silvania.

De minister stelt voor om voor bedrijven die voldoen aan de criteria voor grote-bedrijven het nieuwe maximum van 295.000 gulden te hanteren. Voor bedrijven die niet aan deze criteria voldoen, dient een maximum van 227.000 gulden te worden gehanteerd, namelijk dertig procent minder.

Overgangsregeling

De minister stelt ook voor om de overgangsperiode van het oude salaris naar het nieuwe salaris van twee naar vijf jaar te tillen. Tenzij iemand korter dan drie jaar in dienst zijn.

De minister zegt zich hierbij te baseren op jurisprudentie. Hij wijst Van Hufflen er op in Nederland bij de implementatie van de Wet Normering Topinkomens een overgangsregeling van in totaal zeven jaar is gehanteerd.

Ontslagvergoeding

In het huidig wetsvoorstel is een ontslagvergoeding van 88.000 gulden opgenomen. Dit komt overeen met 33,4 procent van het opgenomen maximum inkomen in het huidig wetsvoorstel. Aruba hanteert een maximale ontslagvergoeding die ook overeenkomt met 33,4 procent van het in Aruba bepaalde maximum inkomen. 

In de Nederlandse Wet Normering Topinkomen bedraagt de maximale ontslagvergoeding 75.000 euro, wat neerkomt op 34,7 procent van de maximale bezoldiging van 216.000 euro.

De minister van Financiën stelt voor om de 33,4 procent te blijven hanteren. Op basis van de opnieuw berekende maximum topinkomen bedraagt de maximale ontslagvergoeding dan 99.000 gulden voor grote bedrijven en 76.000 voor niet-grote bedrijven.

Deel dit artikel