KRALENDIJK – Ronald Zwarter, de plaatsvervangend korpschef van het Korps Politie Caribisch Nederland draagt op 14 augustus zijn taken over aan zijn opvolger. Na een periode van vier jaar dienstverband op de Caribische eilanden, keert hij op 1 oktober 2023 terug naar de Nationale Politie in Nederland. Begin 2024 gaat hij, op bijna 66-jarige leeftijd en na een carrière van 45 dienstjaren bij de politie, met pensioen.

Zwarter startte zijn functie bij het Eilandelijke Korps op 1 oktober 2019, en heeft volgens een persbericht van het korps sindsdien aanzienlijke bijdragen geleverd aan het versterken, professionaliseren en moderniseren van de organisatie. 

“In de afgelopen jaren hebben we samen met veel collega’s binnen het KPCN de organisatie toekomstgerichter gemaakt. We hebben een aantal gespecialiseerde teams opgezet, waaronder het Digitale Opsporingsteam, het Cybercrimeteam en het FINEC-team”, zegt Zwarter. 

Ook is de intelligence-organisatie van het korps uitgebreid en professioneler geworden en is aangesloten op Interpol en het FCI-net.

Sleutelrol

Zwarter heeft een sleutelrol gespeeld bij de oprichting van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum, dat een belangrijke rol speelt in de samenwerking tussen de ketenpartners en de aanpak van ondermijning en witwassen. Tevens heeft de handhaving van de nieuwe wegenverkeerswet, die begin 2020 is ingevoerd, meer vorm gekregen binnen het korps.

Naast de ontwikkeling van specialistische teams, heeft Zwarter de doorstroom van lokale collega’s binnen het korps bevorderd. Het managementteam, inclusief de Korpsleiding, is in de afgelopen vier jaar vrijwel volledig opnieuw samengesteld, met Zwarter die de overdrachten en begeleiding mee heeft vormgegeven. Het korps is volgens hem klaar voor de toekomst en staat er zowel in Caribisch Nederland als in de Caribische regio goed voor.

Terugkijken

Op de vraag hoe hij terugkijkt op zijn periode bij het KPCN, zei Zwarter: “De complexiteit van het Caribische gebied wordt vaak onderschat en ik zal de komende jaren voor de collega’s en de verschillende ministeries nog beschikbaar blijven om vanuit Europees Nederland een bijdrage aan de ontwikkelingen in deze regio te blijven leveren. Het was voor mijn vrouw en mij een prachtige en leerzame periode, waarbij we altijd met weemoed aan de collega’s en de eilanden blijven terugdenken, die nu nog meer in onze harten zijn gesloten!”