Nieuws Curaçao

De Curaçaose ochtendkranten van woensdag 17 april 2024

Antilliaans Dagblad: Ontvanger aan banden

Het hoofd van de Landsontvanger, Alfonso Trona, mag aanblijven ondanks ernstige tekortkomingen in het beheer van de belastingdienst, zoals blijkt uit interne audits uitgevoerd door de Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab). 

Trona wordt beperkt in zijn bewegingsvrijheid als topambtenaar en moet nu strikte instructies volgen. 

Een nieuw ‘rekenmodel’ wordt geïntroduceerd om de betalingscapaciteit van zowel zakelijke als particuliere belastingplichtigen objectief vast te stellen, wat een einde moet maken aan de voorheen bevoorrechte behandeling van sommige belastingplichtigen.

Daarnaast moet Trona binnen vier weken, in samenwerking met Inspecteur der Belastingen Jamila Isenia, een gedragscode ontwikkelen waaraan alle medewerkers van de belastingdienst zich moeten houden. 

Deze gedragscode wordt ondersteund door trainingen en moet de weerbaarheid van medewerkers tegen oneigenlijke instructies vergroten. Verder worden de interne audits voortgezet en geïntensiveerd, en wordt een informatiecampagne en een meldpunt voor belastingplichtigen opgezet.

De brief van Silvania eindigt met:

“Al deze maatregelen moeten bijdragen aan het herstel van het vertrouwen van het publiek in de belastingdienst”, eindigt de minister zijn brief aan Ontvanger Trona met een afschrift aan Inspecteur Isenia.

Antilliaans Dagblad: ‘Caribische oplossingen gezocht’

2e Kamerdebat klimaatverandering over financiën en juiste expertise

De gevolgen van klimaatverandering, klimaatmitigatie, klimaatadaptatie en de energievoorziening waren de centrale thema’s van het Tweede Kamerdebat over het klimaat in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Over het algemeen is men het erover eens dat er meer moet gebeuren om de eilanden met dit belangrijke vraagstuk te helpen. Maar tegelijk leeft het bewustzijn dat oplossingen die in Nederland werken, niet altijd de beste keuze zijn in het Caribisch gebied. “Caribbean problems need Caribbean solutions”, zoals Klimaat en Energieminister Rob Jetten zei.

Maar liefst drie bewindslieden stonden vorige week dinsdag klaar om de vragen van leden van de commissies voor Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat te beantwoorden. Dit waren Alexandra van Huffelen (D66), staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten (D66) en de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers (VVD).

Zo stond Van Huffelen bijvoorbeeld stil bij een vraag van Ingrid Michon (VVD) over de middelen uit de regeling Regio Deals en SDE++ (Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie). 

“Ik zie daar dus geen allocatie aan CAS-, alleen maar aan de BES-eilanden. Klopt dat? Is het zo dat die fondsen niet voor de landen bedoeld zijn?”, zo wilde het VVD-kamerlid weten. 

De staatssecretaris kwam tijdens haar beantwoording met een uiteenzetting over verschillende soorten regelingen, die ook voor de CAS-eilanden beschikbaar moeten worden. Volgens Van Huffelen is er nu een Groeifonds-regeling in voorbereiding, specifiek voor de CAS-eilanden en Caribisch Nederland. Vanaf volgend jaar januari moeten hier projecten voor kunnen worden ingediend en is hiervoor twee keer 100 miljoen euro beschikbaar voor de CAS-landen (en 30 miljoen voor Caribisch Nederland).

En dan is er nog de BMKB-regeling, de garantieregeling voor het midden- en kleinbedrijf, staat al open voor Caribisch Nederland, maar nog niet voor de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. 

De BMKB-regeling, voluit de Borgstelling MKB-kredieten, is een regeling van de Nederlandse overheid die bedoeld is om kredietverlening aan kleine en middelgrote bedrijven (MKB) te stimuleren. Deze regeling maakt het voor banken en andere financiële instellingen makkelijker om leningen en kredieten te verstrekken aan het MKB, door een deel van het kredietrisico over te nemen.

“Het streven is om ook daarvoor een aparte regeling te maken en die binnenkort af te ronden, zodat deze ook per 1 januari 2025 kan worden opengesteld”, aldus Van Huffelen. 

Ook werd tijdens het debat door PVV’er Peter van Haasen de vraag gesteld of er in Nederland niet te veel door ‘onze klimaatbril’ naar klimaatmaatregelen wordt gekeken, terwijl er op de eilanden meer zou worden gekeken naar de financiële voordelen.

Harbers erkende dit, maar wees ook op de afhankelijkheid van toerisme. “Als je dat veilig wilt stellen voor de toekomst, zal je je rekenschap moeten geven van goed waterbeheer en daarmee ook van goed natuurbeheer”, aldus de minister. 

“Je zal ervoor moeten zorgen dat je de mensen die daar komen ook wat te bieden hebt en, omgekeerd, dat je ze ook veilig kunt houden bij extreme weersomstandigheden en overstromingen. Ik denk dus dat economisch gewin en biodiversiteit, natuur en goed waterbeheer zeker in Caribisch Nederland heel erg hand in hand gaan, want daarmee zorg je ervoor dat je een goede toekomst hebt en stel je je verdienvermogen ook veilig voor de toekomst. Ik denk dus dat het twee kanten van dezelfde medaille zijn.”

Extra: Zakito-ontwikkelaar moet rekening houden met alle geldende wetgeving

Er is een masterplan tussen de regering van Curaçao, Curaçao Tourist Board samen met verschillende investeerders voor de ontwikkeling van het gebied van Zakito. Dit is het gebied van de ingangen bij Aqualectra tot ongeveer het WTC-gebouw in Piscadera. 

Het doel van dit ontwikkelingsprogramma is om de corridor te verbeteren en de toeristische sector in het gebied uit te breiden. Een belangrijk aspect voor de gemeenschap is dat de corridor beschikbaar blijft zodat onze mensen er dagelijks op elk moment van de dag kunnen wandelen of sporten, en dit zal volledig gerenoveerd worden.

Daarnaast is het ook belangrijk te vermelden dat sinds mei 2023 de regering verschillende vergunningen heeft verleend aan Royal Holding Company II B.V. in het kader van de ontwikkeling van een jachthaven in het gebied van Zakito. 

Het bedrijf zal een golfbreker en een beweegbare brug kunnen bouwen, in overeenstemming met de Curaçaose wetten op maritiem terreinbeheer (‘Landsverordening Maritiem Beheer’) en op bouw en huisvesting (‘Landsverordening Bouw en Woningverordening’).

Ook heeft de Minister van Volksgezondheid, Milieu en Natuur bij deze gelegenheid een vrijstelling verleend volgens onze lokale wetten voor wat betreft het beheer van riffen (‘Rifbeheersverordening’) voor de reeds genoemde constructies. Dus de ontwikkelaar moet rekening houden met alle geldende regels. Ook moet zorg worden gedragen voor de mangrovepalen.

De regering benadrukt dat dergelijke projecten ook een boost geven aan de maritieme economie in het gebied van Zakito.

Het masterplan voor de ontwikkeling van het gebied van Zakito, waaronder de bouw van een jachthaven en de renovatie van de corridor, klinkt veelbelovend voor de economische en toeristische ontwikkeling van Curaçao. Echter, de informatie over hoe deze ontwikkelingen exact in overeenstemming zullen zijn met de lokale milieuwetgeving en de mogelijke impact op het lokale ecosysteem roept vragen op.

Antilliaans Dagblad: Aprilmoorden twintig jaar privé gesteund

De van origine Surinaamse Bijlmer-huisarts Nizaar Makdoembaks houdt al meer dan twintig jaar samen met Randall Brute en Wim van Lamoen de Curaçaose geschiedenis van de Aprilmoorden in leven. 

Dit jaar komt er een nieuw hoofdstuk bij: herdenking van alle slachtoffers van het Nederlandse koloniale regime die begraven liggen op Kolebra Bèrdè, en een verzoek aan de Curaçaose regering om er een nationaal monument van te maken.

Trouw (2000) en Het Parool (2002) besteedden afzonderlijk aandacht aan de staking van Nederlandse en Chinese zeelieden op Curaçao in april 1942. De staking verliep voor beide groepen heel anders: de Nederlanders gingen na gedeeltelijke inwilliging van hun eisen weer aan het werk, de staking van de Chinezen werd met grof geweld gebroken, met vele doden en gewonden tot gevolg. 

De stoffelijke overschotten kwamen terecht in een massagraf op de ongewijde, openbare begraafplaats Kolebra Bèrdè (1929-1963).

Dit onrecht trof Makdoembaks, hij was toen Bijlmer-huisarts, in het hart. Hij won inlichtingen in bij zijn Curaçaose debatingclub vriend Chong en las het boekje dat diens broer over de kwestie schreef. In 2003 droeg Makdoembaks tijdelijk zijn praktijk over aan een waarnemer en reisde af naar Curaçao. Daar liet hij van eigen geld de overwoekerde, ernstig verwaarloosde begraafplaats drastisch schoonmaken en een plakkaat met namen van de slachtoffers plaatsen. Ook organiseerde hij een eerste officiële herdenking, waarbij de begraafplaats alsnog werd gewijd door bisschop Luis Secco.

In de decennia daarna bleef Makdoembaks zich samen met mijn Curaçaose medestanders Brute en Van Lamoen met volharding inzetten voor historische gerechtigheid. De Nederlandse autoriteiten stopten de tragedie in 1942 snel in de doofpot. De krant op Curaçao werd gecensureerd, stukken verdwenen achter slot en grendel en men deed er alles aan om een eigen onderzoek door Chinese autoriteiten of een onafhankelijk onderzoek door de Verenigde Staten tegen te houden.

Met succes want tot op de dag van vandaag is de enige versie van de gebeurtenissen die de Nederlandse staat wil erkennen die van de eigen ambtenaren die destijds proces-verbaal opmaakten. Brute, Van Lamoen en Makdoembaks bleven jaarlijks herdenkingen organiseren en aandacht vragen voor de Aprilmoorden. Zij betrokken met succes de Curaçaose regering bij de zaak en in 2012 werd 20 april uitgeroepen tot Nationale Herdenkingsdag van de Aprilmoorden.

Die strijd duurt nog voort. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk (PvdA, 2013), noch minister van Defensie en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren (D66, 2024) kwamen namens de staat tegemoet aan het verzoek om de geschiedenis te herzien en deze misdaad tegen de menselijkheid te erkennen.

Zo verbonden raakte Makdoembaks met het lot van de 18 (officiële cijfers spreken van 15 of zelfs maar 12) dodelijke slachtoffers en hun nazaten, dat hij jaar in jaar uit, tijd, geld en energie in de zaak bleef stoppen. Bijna een half miljoen Antilliaanse guldens spendeerde hij op persoonlijke titel aan alle projecten van de mede door mij in 2003 al opgerichte Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao (Seoc), aan de monumenten, de herdenkingen en de boeken. 

Ook dit jaar is hij rond 20 april weer op Curaçao, met een speciale missie rond begraafplaats Kolebra Bèrdè. Dit jaar herdenkt hij allen die hier begraven liggen. Deze overledenen zijn volgens hem een symbool van de doorwerking van het Nederlandse slavernijverleden en kolonialisme op Curaçao. Daarom verzoekt hij de regering van Curaçao dit jaar de begraafplaats Kolebra Bèrdè tot een monument van Curaçao te verklaren: ‘Monumento Santana Kolebra Bèrdè’.

Zaterdag 20 april is er een herdenking op Kolebra Bèrdè van 16.00-19.00 uur.

Deel dit artikel