Column

Maarten Schakel: De nacht dat ik bijna voor Prince draaide

Het Curaçao North Sea Jazz festival is door de jaren heen goed geweest voor tal van sappige anekdotes. Zo af en toe sijpelt er eentje doorheen, over een onverwachtse ontmoeting met grote artiest of een ander smeuïge avontuur.

Op zaterdag 31 augustus 2013 sloot Prince het festival af. Hij was gehaald als vervanger (en wát voor één) van Usher en zijn optreden zal de boeken in gaan als dat met de langste toegift in CNSJ-historie. In plaats van anderhalf uur, stond ‘His Royal Purpleness’ met zijn band maar liefst drie dikke vette muzikale uren op het podium. Prince stond bekend om zijn onvoorspelbaarheid en impulsieve acties. Dat maakte hem naast zijn muzikale genialiteit en zijn charisma natuurlijk nóg interessanter.

Zo ging tijdens het optreden – ik stond op zo’n 10 meter van het podium te genieten – mijn telefoon: de naam Iris Beeren-de Haan verscheen in mijn scherm. Tegenwoordig is ze rechterhand van Jandino Asporaat op het eiland, maar destijds op CNSJ verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat het de artiesten aan niets ontbrak. Ik nam op. Het bereik tussen de 15.000 aanwezigen was razend slecht. Het enige dat ik hoorde was “…. Maarten…. ince…. terpart…” Wat zeg je?! “…ince… afterpart…!” Wat, afterparty van Prince? “Ja! …ince… afterparty… draaien! Wacht, waar sta je? Ik kom je naar je toe!”

Ik kon nog net mijn locatie doorgeven. De verbinding verbrak. Was me nou zojuist gevraagd of ik wilde draaien op het privéfeestje van ’s werelds grootste muzikale superster? Kennelijk had hij tijdens zijn show bedacht dat hij na afloop nog een feestje wilde bouwen met zijn muzikanten in het Marriott, backstage een seintje gegeven, ik vermoed met zijn lage stem gezegd “I want an afterparty”, waarop een groepje mensen als een malle aan de slag ging. En dan uitgerekend mij bellen – een enorme eer en een ‘once in a lifetime’ kans. Dichter bij zo’n icoon zou ik waarschijnlijk nooit meer komen. Mijn hart begon te bonzen. Ik voelde de opwinding in mijn borstkas, begon te bedenken welke apparatuur ik nodig had, waar ik die op ultrakorte termijn vandaan kon halen en welke platen ik kon draaien die de goedkeuring van de meester wel konden wegdragen. Het wachten was op Iris. Telefonisch contact was niet te doen. Dus face-to-face alles doorspreken was de enige mogelijkheid.

Na 10 minuten bonsde mijn hart in mijn keel. Iris was er nog niet, maar het was druk, dus logisch. Na 15 minuten hield ik het niet meer. Nog altijd geen Iris. Telefonisch geen enkel bereik. Zou ze me kunnen vinden? Intussen zag ik Prince en zijn troepen spelen op het podium en ging door mijn hoofd “Straks sta ik oog in oog met jullie een feestje te bouwen”. Na 20 minuten kwam lichte stress. Waar blijft ze? Ik moet dingen gaan regelen. 25 minuten. Het angstzweet begon. Het zal toch niet… Na de 35 langste minuten in mensenheugenis voelde ik eindelijk een verlossende hand op mijn schouder: “Maarten, ik heb je gevonden!” Goddank, daar was ze! En direct met een glimlach van medelijden: “Ja, het heeft zolang geduurd om je te vinden, we hebben nu al iemand anders geregeld.”

De grond zakte onder mijn voeten vandaan. Een groot gapend ravijn, waar ik eindeloos in leek te vallen, opende zich. Iedereen om me heen vierde feest en genoot van Prince. Maar ik voelde me leeg. Slap en apatisch keek ik naar de anderhalf uur durende toegift. 1999, Raspberry Berret, Controversy, ik kon ze op dat moment slechts verlamd aanhoren. “Maar ik had.. ik had bij jullie vanavond…” stamelden de gedachten in mijn hoofd.

Uiteindelijk heeft collega-DJ Ian Sillé gedraaid op het feestje. Ik ben geen groupie, geen drammer, geen slijmjurk, niet iemand die z’n voet tussen de deur steekt, maar die avond gooide ik mijn schaamte overboord. Bij thuiskomst stak ik mijn telefoon in de lader en heb ik vanaf de rand van mijn bed nog zeker 20 keer naar Ian geappt en gebeld. Of ik zijn cd-koffers kon sjouwen, zijn apparatuur kon opbouwen, zijn drinken moest halen, of hij geen back-up DJ nodig had voor het geval hij naar de WC moest. Maar gezien de discretie van zo’n afterparty, liet het antwoord zich raden.

Het was Ian van harte gegund, hij is een getalenteerde, professionele harde werker die zijn zaken goed voor elkaar heeft. Ik heb nog wel eens terloops aan hem gevraagd hoe de avond is verlopen. Het antwoord was vrij summier. Echt doorvragen heb ik daarna nooit meer gedaan. Lag voor mij misschien toch te gevoelig… 

Deel dit artikel