Ziekenhuis Bonaire en Sarpa krijgen nul op rekest bij de rechter: Interinsulaire vluchten niet toegestaan
KRALENDIJK/WILLEMSTAD- Fundashon Mariadal en het Colombiaanse bedrijf Sarpa SAS hebben nul op rekest gekregen in een Kort Geding met het verzoek tot een voorlopige voorziening om vluchten van het Colombiaanse Sarpa tussen de eilanden voormalige Nederlandse Antillen en Aruba mogelijk te maken.
Mariadal en Sarpa hadden de zaak aangespannen tegen minister Charles Cooper van VVRP, als de minister onder meer verantwoordelijk voor de Curaçao Civil Aviation Authorities (CCAA) en de Dutch Caribbean Air Traffic Navigator (DC-ANSP). Hiermee beoogden de eisers af te dwingen dat zij toestemming zouden krijgen om de bewuste vluchten uit te voeren.
De problemen daarover begonnen toen Mariadal een contract van bijna 23 jaar, voor het uitvoeren van ambulancevluchten, beëindigde met het op Bonaire gevestigde Medicair BV. In plaats daarvan sloot Mariadal een overeenkomst met het Colombiaanse en vanuit Bogotá opererende bedrijf, Sarpa S.A.S.
De luchtvaartautoriteiten op Curaçao merkten snel op dat Sarpa vluchten uit probeerde te voeren die de rechten van Sarpa, als buitenlandse provider, ver te boven gingen. Hierop legde zij aan Sarpa een verbod op deze vluchten uit te voeren.
Tijdens de behandeling van de zaak, die diverse uren duurde en waarbij relatief veel betrokkenen werden gehoord, betoogden Mariadal en Sarpa dat het bedrijf in het verleden ook al bepaalde vluchten tussen de eilanden onderling had uitgevoerd. Hierdoor meenden zij dat de luchtvaartmaatschappij daarmee ook nu ook bevoegd zou zijn in opdracht van Fundashon Mariadal tussen de eilanden heen en weer te vliegen.
Overheid
De luchtvaartautoriteiten van Curaçao en Minister Cooper beargumenteerden echter dat Sarpa, als buitenlandse onderneming, niet dit soort vluchten kan uitvoeren. Zij voerden daarbij ook aan dat deze vluchten tussen twee ‘binnenlandse’ bestemmingen niet past binnen het protocol tussen onder meer Curaçao en Colombia. Ter illustratie haalden zij aan dat het aan een op de eilanden gevestigd bedrijf, zoals bijvoorbeeld zoals Z-Air, ook niet toegestaan is om tussen bijvoorbeeld twee steden in Colombia vliegen.
Onbevoegd
Rechter Martines geeft in haar vonnis, alvorens tot een standpunt te komen, de argumenten van beide partijen kort weer. Zij komt vervolgens tot de conclusie dat het Gerecht in Eerste Aanleg niet bevoegd is om een tijdelijke regeling of noodmaatregel af te kondigen, met betrekking tot de vereiste vergunningen voor de vluchten.
Martines overweegt daarbij dat er in feite niet gesproken kan worden van weigering van de vergunningen door Minister Cooper, alleen omdat deze diverse e-mails stuurde naar zowel Sarpa en Mariadal om hen te wijzen op de niet toegestane vluchten. “Het gaat hier in feite om een herinnering aan partijen, dat Sarpa geen vluchten uit mocht voeren waarvoor zij niet de vereiste vergunningen heeft”.
Lokaal bedrijf
Een punt dat in de zaak meespeelt is het feit dat er wel degelijk een lokaal bedrijf bedrijf is dat ambulancevluchten kan uitvoeren, namelijk Medicair. Dit maakt het, althans in de optiek van de bevoegde autoriteiten, onnodige af te wijken van bestaande regelingen en protocollen over welke rechten een buitenlands bedrijf al dan niet heeft.
Vanwege de manier waarop het Gerecht tegenwoordig werkt, met zogenaamde ‘doorsteken’ naar een hoger beroep of een bodemprocedure, wordt nog opgemerkt dat het voor de eisers nu niet mogelijk is om tegen het nu gewezen vonnis in beroep te gaan.
Per saldo betekent het vonnis dat de Fundashon Mariadal zal moeten terugkeren naar de onderhandelingstafel met Medicair die de vluchten wél kan uitvoeren, dan wel een andere oplossing zal moeten bedenken die wél past binnen de bestaande luchtvaartregels, vergunningen en protocollen.