Curaçaos parlement stemt in met nieuwe gokwet
WILLEMSTAD – Het parlement van Curaçao heeft met dertien stemmen voor en zes tegen ingestemd met de wet die online kansspelen reguleert, bekend als de Landsverordening op de Kansspelen (LOK). Deze nieuwe wet moet zorgen voor een transparante en strengere regulering van de online gokindustrie op het eiland en staat volgens minister van Financiën, Javier Silvania garant voor aanzienlijke inkomsten voor de overheid.
De goedkeuring van de wet komt na een moeizaam traject, waarin zowel op lokaal als internationaal niveau zorgen zijn geuit. Een veelgehoorde zorg ging over de vraag of de overheid daadwerkelijk de voorspelde inkomsten zou ontvangen. Ook de betrouwbaarheid van de licentiehouders en de risico’s van misbruik werden in twijfel getrokken. Zelfs de Nederlandse regering sprak haar twijfels uit over de verwachte opbrengsten.
Minister van Financiën Javier Silvania verdedigde het wetsvoorstel fel en benadrukte dat de gokindustrie jaarlijks minstens veertig miljoen gulden aan licentierechten kan opleveren voor de overheid. Hij lichtte toe dat er momenteel al tweehonderd licenties zijn verleend, en dat er nog duizend aanvragen in behandeling zijn. Licentiehouders moeten voortaan een minimumbedrag van 120.000 gulden betalen om een vergunning te verkrijgen. Volgens Silvania is dit bedrag gerechtvaardigd, omdat het in de sector om miljoenen dollars aan goktransacties gaat. Bedrijven die deze kosten niet kunnen dragen, kunnen beter een ander soort onderneming beginnen, aldus de minister.
De minister benadrukte dat licenties niet meer eenvoudig te verkrijgen zijn en dat alleen bedrijven die aan strenge voorwaarden voldoen een vergunning krijgen. Dit moet voorkomen dat criminele organisaties de regelgeving misbruiken om geld wit te wassen, aldus de minister.
De verwachte inkomsten uit de gokwet komen ten goede aan verschillende maatschappelijke doelen. Het geld zal worden ingezet om de levenskwaliteit van minderbedeelden te verbeteren, sport te ondersteunen en werkgelegenheid te creëren. Sommige parlementariërs hebben zelfs gesuggereerd om een deel van de inkomsten te gebruiken om het minimum pensioen te verhogen van 862 gulden naar 1.500 gulden per maand.