Oproep aan staatssecretaris Knops: betrek Curaçaoënaars bij de hervormingsplannen
Namens 22 burgers van Curaçao, overhandigden Lucita Moenir Alam en Brede Kristensen een brief voor Staatssecretaris Knops aan de Vertegenwoordiger van Nederland, Erwin Arkenbout. Daarin pleiten zij voor werkbare en duurzame relaties tussen Nederland en Curaçao.
De 22 maken zich grote zorgen over de ontwikkelingen die zich afspelen in de relaties tussen de regeringen van Curaçao en Nederland. Daarbij betogen zij dat de familie- en vriendschapsbanden tussen Europese en Caraïbische Nederlanders onverminderd hecht zijn, maar dat de huidige spanningen in de relaties op regeringsniveau weerslag hebben op hun dagelijks leven.
Persoonlijke titel
“Wij schrijven u zonder enige pretentie van wetenschappelijke bespiegelingen, c.q. historische analyses van de uitgebreide documenten die nu ter tafel liggen. Dit doen we op persoonlijke titel en als burgers van Curaçao”, aldus de schrijvers (zie beneden).
De brief is bedoeld om staatssecretaris Knops hun visie te geven op de huidige crisis in Curaçao en op de weg om deze te overwinnen. Zij willen hem deelgenoot maken van hun diepe wens om constructief samen te werken om zo uit de brede en diepe crisis te raken.
Daarbij is voor hun de hoofdvraag: “Waarmee zijn de inwoners, en vooral ook de komende generaties, gebaat? Het antwoord wordt urgenter naarmate de huidige covid-pandemie voortwoekert, internationale betrekkingen snel veranderen en wereldwijd een klimaatcrisis in aantocht is, die Curaçao sneller en harder raken zal, dan velen van ons voor mogelijk houden.”
Voorvechters
Uit de inmiddels beschikbare info is, volgens de 22, al snel duidelijk dat de ‘Haagse’ hervormingsvoorstellen en voorwaarden raken aan fundamentele democratische normen en waarden. “Over de Nederlandse aanpak zijn de meningen dan ook verdeeld.”
De 22 stellen dat Curaçao in een sociaal-economisch-financieel ravijn aan het belanden is. “De economische krimp, ongekende werkloosheidscijfers, toenemende armoede en honger, zijn intussen zodanig nijpend dat voorvechters uit diverse sectoren, waaronder het onderwijs, de zorg, de landbouw, de cultuur, zich steeds vaker rechtstreeks tot uw of andere Ministeries wenden.”
In hun wanhoop trekken die voorvechters zich, volgens de 22, weinig aan van ‘juristerij’, onder meer of het nou aangelegenheden van de ‘landen’, dan wel Koninkrijkszaken betreft.
“Wij allen erkennen dat opeenvolgende Curaçaose regeringen, bar weinig hebben bereikt om de pijlers van onze economie te versterken, het functioneren van de overheid te verbeteren, de financiën op orde te krijgen, de corruptie aan te pakken en adequaat onderwijs en sociaal beleid te ontwikkelen. Het onvermogen van bestuurders is ons en vele anderen hier in Curaçao een doorn in het oog”, aldus de brief.
Voedselhulp
Zij waarderen het dat de staatssecretaris en velen in Nederland, ook de eigen diaspora, in de afgelopen maanden bezorgdheid hebben getoond over de groeiende groep van sociaal zwakkeren, voor wie de covid-crisis de genadeklap dreigt te worden.
Daarbij constateren de briefschrijvers dat velen, burgers en migranten/vluchtelingen, voorlopig afhankelijk zijn van de voedselhulp van de Nederlandse overheid en van de regering van Curaçao.
“Maar voedselhulp, althans op deze schaal, dient eindig te zijn. Er moet perspectief gevonden worden voor een toekomst op Curaçao en voor alle lagen van de bevolking geldt dat er hoopvol, maar ook realistisch en met vertrouwen naar de toekomst moet worden gekeken.”
Achteruitkijkspiegel
Een blik in de achteruitkijkspiegel is daarbij voorwaarde, zeggen de 22. Niet alleen om de oorzaken en gevolgen van bedroevend bestuur gedurende decennia te duiden, maar vooral ook om te bezien – ook met de nodige zelfkritiek – hoe het dan wél verder moet.
“Zowel bestuurders als bestuurden moeten langs de meetlat gelegd kunnen worden om te kunnen bijdragen aan de noodzakelijke veranderingen. Onze kleinschaligheid en de angstcultuur om onafhankelijke, en zelfs contraire, meningen te verkondigen, verhindert de vorming van een nieuwe en noodzakelijke “mind-set” voor vooruitgang. Deze hindernis moeten we met ons allen overwinnen.”
Slikken of stikken
De brief vervolgt met de constatering dat de Hervormingsplannen er toe geleid hebben dat het kabinet Rhuggenaath de bevolking twee opties heeft voorgelegd: wel of niet lenen van de Nederlandse regering.
“Het leek er even op dat alleen geleend kon worden tegen voorwaarden van ‘stikken of slikken’, hetgeen Nederlanders elkaar natuurlijk nooit moeten aandoen”, aldus de 22.
“Gelukkig is tijdens de Rijksministerraad van afgelopen vrijdag 10 juli gebleken dat er nog verzoenende taal mogelijk was en er constructief naar de toekomst kan worden gekeken, zij het nadat er minder fraaie verwijten gevallen waren.”
Daardoor is er volgens de briefschrijvers ‘een goed perspectief op dialoog, rationaliteit en werkbaarheid ontstaan’. “Er dient nu met voortvarendheid naar creatieve oplossingen te worden gezocht, kortom het huiswerk moet af. Daartoe moet er op zeer korte termijn open, realistisch en met wederzijds respect, onderhandeld worden zodat er knopen doorgehakt kunnen worden.”
Informatie
De bevolking van Curaçao moet daarbij volledig, eerlijk en dus zonder electorale motieven en/of andere agenda’s, worden betrokken”, stellen de briefschrijvers.
“Alleen met integere en kundige informatie zal er voldoende draagvlak gecreëerd kunnen worden voor de noodzakelijke samenwerking bij veranderingstrajecten. Hierbij moet de focus zijn op duurzame economische en sociale ontwikkeling en moet ervoor gewaakt worden dat het debat niet wederom in oeverloze discussies over staatkundige structuren verzandt.”
De 22 gaan in de brief niet uitgebreid in op de technische details van de hervormingsplannen, maar zij zien wel nu al zorgpunten, zoals de verantwoordingslijnen, gebalanceerde mechanismen, precisering van taken en bevoegdheden.
Entiteit
“Op zich is het idee om een aparte entiteit in te richten (een ZBO) om erop toe te zien dat Nederlandse gelden goed besteed worden, gezien de ons bekende ervaringsfeiten, het overwegen waard. Maar deze entiteit zou zowel uit Europees-Nederlandse ambtenaren als uit capabele en politiek neutrale personen uit de drie Caribische landen moeten bestaan.”
De 22 bevelen de staatssecretaris aan om de nieuwe entiteit in de regio te huisvesten, bijvoorbeeld op Bonaire, ‘opdat het zeer noodzakelijke contact met betrokken partijen, zowel gouvernementele als non-gouvernementele, zo effectief en efficiënt mogelijk verloopt.’
Risico
“Het meekijken en meedenken met behulp van een ‘lange-afstandsbediening’ vanuit Nederland bergt ons inziens een groot mislukkingsrisico in zich. Herbezinning lijkt dan ook geboden”, aldus de briefschrijvers.
“In het belang van onze beide landen, moedigen wij het Kabinet-Rutte en het Kabinet-Rhuggenaath en de parlementen van Nederland en Curaçao aan om de recentelijk ingeslagen weg van dialoog, kritisch maar constructief, voort te zetten om zo tot de dringend noodzakelijke werkbare en duurzame samenwerking te geraken. Het einddoel moet zijn om samen en in de geest van het Statuut te zorgen voor de realisering van een Koninkrijk met een weerbaar Curaçao dat in staat is de uitdagingen van de toekomst aan te gaan.”
De 22 briefschrijvers eindigen hun oproep met wat zij noemen ‘de wijze woorden van Nelson Mandela: “It is so easy to break down & destroy. The heroes are those who make peace & build.”
De 22 ondertekenaars van de brief zijn:
- Lucita Moenir Alam
- Brede Kristensen
- Elfrid Aniceto
- Ronald Antonius
- Maritza Becher
- Eric Carl den Brabander
- Rob van Buiren
- Harry Canter
- Marco Cheis
- Jeltje Christiaan-Anema
- Sita Finessi
- Petra van der Geest
- Vianney Granviel
- Fred Hoeben
- Leo Hooijer
- Annet Kooistra
- Marjorie de Kort
- George Lichtveld
- Melva de Palm
- Steven van der Kwast
- Ruben Suriel
- Ieteke Witteveen
Lucita Moenir Alam studeerde internationaal publiekrecht aan de Leidse universiteit. Was tussen 1978 en 2005 werkzaam bij het Bureau Buitenlandse Betrekkingen in Curaçao. Daarna tot 2010 Consul-Generaal in Miami en tussen 2010 en 2014 Ambassadeur in Port of Spain, Trinidad en Tobago. Inmiddels is zij na haar pensioen teruggekeerd naar Curaçao waar zij adviseur is op het gebied van internationale en geopolitieke zaken.
Brede Kristensen studeerde sociologie filosofie en politicologie. Promoveerde en doceerde vijftien jaar welzijnsbeleid. Daarna 25 bestuurlijke vernieuwingstrajecten in Oost-Europa en het Caribisch gebied. Hij schrijft over literatuur en heeft een wekelijkse column in de Amigoe. Diverse boeken staan op zijn naam. Over welzijnsbeleid integriteit van openbaar bestuur en Caribische literatuur
- Opinie: Trumps herverkiezing is ramp voor de Caribische eilanden
- OPINIE: Waar gaan we heen met ons toerisme?
- Ophef over openbare stranden: Lessen niet geleerd
- Opinie: Bouwen op het strand, alleen via Landsverordening
- Ingezonden: Curaçaose overheid is megalomaan