Parlementslid Frans Richardson ook in hoger beroep op Sint Maarten schuldig bevonden aan omkoping
PHILIPSBURG – Parlementslid Frans Richardson en zakenman O’Neal Arrindell zijn gisteren ook in hoger beroep schuldig bevonden in het Emerald-onderzoek naar grootschalige fraude in de haven van Sint Maarten. De voormalige CEO van het havenbedrijf, Mark Mingo is vrijgesproken.
Richardson, oud-leider van de politieke partij USP, werd veroordeeld tot twintig maanden, zestien maanden minder dan de straf die hij kreeg van het Gerecht in Eerste Aanleg. Hij heeft 370.000 dollar aangenomen als beloning voor politieke steun van een baggerproject, witwassen van geld en belastingfraude. Hij mag vijf jaar niet herkozen worden in de Staten.
Het Hof heeft tevens vastgesteld dat Arrindell zich schuldig heeft gemaakt aan het oplichten van de Haven, het omkopen van toenmalig parlementslid Richardson, het in bezit hebben van een vuurwapen en munitie en het plegen van belastingfraude. De zakenman zou ook valse facturen bij Haven hebben ingediend, maar dat kon niet bewezen worden. Arrindell kreeg in Eerste Aanleg 66 maanden gevangenisstraf, maar dat is door het Hof teruggebracht naar veertig maanden.
Arrindell, trad op als PR-medewerker van de Haven en was tegelijkertijd verbonden als consultant aan een Amerikaans bedrijf. Daarmee had Haven een baggercontract afgesloten. De fee van 2,7 miljoen dollar die Arrindell opstreek van het Amerikaanse bedrijf berekende hij ook door aan de Haven.
Daarnaast heeft Arrindell parlementslid Richardson omgekocht door hem een geldbedrag van 370.000 dollar te betalen in ruil voor steun van Richardson aan het te sluiten baggercontract tussen de Haven en het Amerikaanse bedrijf.
Mingo, destijds eindverantwoordelijke van de Haven, is vrijgesproken van het oplichten van de Haven. Weliswaar heeft het onderzoek door het Hof uitgewezen dat vraagtekens kunnen worden geplaatst bij zijn doen en laten als CEO van de Haven, maar voor zijn betrokkenheid bij oplichting van de Haven is naar het oordeel van het Hof geen wettig en overtuigend bewijs geleverd. In Eerste Aanleg werd Mingo nog veroordeeld tot een gevangenisstraf van 46 maanden wegens valsheid in geschrifte en oplichting van het Havenbedrijf voor ongeveer tien miljoen dollar. Ook werd hem verboden voor een termijn van zes jaar te werken als bestuurder van een overheidsbedrijf. Mingo verliet de rechtszaal gisteren als vrij man, maar met tranen in zijn ogen.
De verdachten en het Openbaar Ministerie hebben veertien dagen de tijd om beroep in cassatie bij de Hoge Raad in Nederland in te stellen.