CAft: ombuigingen Aruba ontoereikend
Den Haag – Het Kabinet Wever-Croes zal veel forser moeten ingrijpen in de overheidsfinanciën dan het zich heeft voorgenomen. De (tijdelijke) verhoging van de BBO, de health tax (BAZV) en accijnzen op benzine leveren te weinig op om een aanwijzing van de Rijksministerraad af te wenden.
Dat kan worden opgemaakt uit het openbaar gemaakte advies dat het College Aruba financieel toezicht aan de regering heeft uitgebracht. Delen van het advies lekten eerder uit. Maar nu blijkt dat de aangekondigde maatregelen om het aanvankelijk begrote tekort van 5,5% terug te dringen naar onder de 3,1% ontoereikend zijn. Dat komt mede doordat het kabinet er vooralsnog niet in slaagt de uitgaven te verlagen. Ondanks de aankondiging fors te snijden in de overheidskosten stijgen die dit jaar met circa 2,5%.
Ook voor de komende jaren is het CAft er niet gerust op. Zo voorziet het ombuigingsplan van Wever-Croes er in dat pas in 2021 een bescheiden begrotingsoverschot wordt bereikt, vier jaar later dan is afgesproken. Dat moet eerder, vindt het College. Dat zet tevens vraagtekens bij de haalbaarheid. Het kabinet wil immers ook het minimumloon verhogen, de loon- en inkomstenbelasting verlagen, gepensioneerden vrijstellen van belasting en de lagere inkomens compenseren voor de lastenverzwaringen. In het financieel economisch memorandum waarin de regering vooruit kijkt tot 2021 wordt daarvoor echter geen dekking aangegeven. Het kabinet staat ook nog eens voor de opgave om de stijgende lasten van investeringen in de infrastructuur die via public-private partnerships zijn gedaan te dragen. Die lopen op van dit jaar 38 miljoen naar 65 miljoen in 2020.
De brief van het CAft geeft een goed beeld van de lastenverzwaringen waarmee burgers en bedrijven per 1 juli te maken krijgen. Aan BBO gaan zij op jaarbasis 103 miljoen gulden meer bijdragen en aan de BAZV nog eens 68 miljoen. De stijging van de accijnzen op benzine levert 10 miljoen op. Dankzij deze extra inkomsten daalt het verwachte begrotingstekort naar 3,9%. Om aan een aanwijzing te ontkomen mag het gat niet groter dan 3% zijn. Het kabinet heeft tot 30 april de tijd om daaraan te voldoen.