Curaçaose wint discriminatiezaak bij College voor de Rechten van de Mens
ROTTERDAM – Rozy Henrietta, een Curaçaose medewerker van een GGD-callcentre, heeft gelijk gekregen van het College voor de Rechten van de Mens in haar zaak tegen de GGD Zuid-Limburg. De zaak draaide om racisme en institutionele discriminatie, waarbij Henrietta tijdens haar werk bij de GGD werd uitgescholden en vervolgens benadeeld omdat ze dit incident meldde.
Henrietta werkte tijdens de coronapandemie via een uitzendbureau bij de GGD. Tijdens een telefoongesprek werd ze uitgescholden met de term ‘Kankerzwart’. Toen ze dit incident rapporteerde, weigerden haar leidinggevenden actie te ondernemen volgens het protocol. Henrietta verloor later een promotie omdat ze op het indienen van de klacht had aangedrongen.
Na een lange strijd, waarbij de politie aanvankelijk weigerde haar klacht op te nemen, schakelde Henrietta een advocaat in. Uiteindelijk kreeg ze gelijk bij het College voor de Rechten van de Mens. De uitspraak bevestigde dat de GGD zich schuldig had gemaakt aan discriminatie en dat haar klacht niet serieus was genomen, wat in strijd is met de wet.
Volgens Rozy’s advocaat laat de uitspraak van het College – de werkgever heeft door onvoldoende gehoord te geven aan Henrietta’s verzoek zich schuldig gemaakt aan racisme – zien dat de werkgever in dit soort gevallen niet zelf moet bepalen wat wel of niet in proportie is, maar moet luisteren naar de werknemer.
De uitspraak heeft geen directe juridische gevolgen, maar wanneer Henrietta naar de rechter stapt, moet deze de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens meewegen.