Opinie: Illusies, verknopingen, een natte droom en luchtkastelen op Curaçao
WILLEMSTAD – Tijdens een recente bijeenkomst van de Antillenkring deelde Jan Huurman, voormalig Inspecteur Volksgezondheid, zijn inzichten over Curaçao na vijf jaar afwezigheid. Met een focus op de gezondheidszorg, politieke integriteit en economische ontwikkeling, benadrukte hij de uitdagingen en illusies die het eiland tegenkomt. Huurman sprak over de noodzaak van kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg, het gevaar van politieke corruptie, en de droom van volledige onafhankelijkheid. Hij pleitte voor duurzame ontwikkeling en een sterkere samenwerking tussen Curaçao en Nederland, om gezamenlijk een betere toekomst voor het eiland te creëren.
door | Jan Huurman
Aanvullende observaties van een bemoeial
Brede Kristensen verzocht mij enige weken geleden een flitsende toelichting te geven op mijn essay over de zeven illusies van dit eiland. Hij voegde daar even later aan toe dat verwacht werd dat ik in zou gaan op de problemen in de gezondheidszorg: de overschrijding van bouwkosten van het CMC, de issues rond kwaliteit, etc. Ik ga u niet teleurstellen. Uiteraard begin ik deze inleiding met een gang langs de illusies. Rond de illusie van het betaalbare nieuwe ziekenhuis ga ik nader in op de kwaliteit, of juister het ontbreken van kwaliteit in de zorg.
Ik beperk me niet tot het herhalen of parafraseren van wat al is gepubliceerd. Ik voeg er nog wat illusies aan toe, en stap dan over op een ander hartelapje van me: de verknoping tussen Europees Nederland en Curaçao. Overigens ook een verknoping met de andere eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. Als bijna afsluiting een natte droom. Wat dat is verklap ik nog niet. Luister en huiver, zou ik zeggen. Helemaal aan het eind het sprookje van de luchtkastelen, vooral bedoeld voor mijn critici die vinden dat ik alleen onaardige dingen zeg over Curaçao en te weinig over Nederland zelf.
De zeven illusies dus als start. Ik loop ze langs met wat nieuwe observaties, ervan uitgaande dat u, mijn publiek, het oorspronkelijke verhaal zelf heeft gelezen.
Duizend koeien
Ik start bij mijn op één na favoriete illusie. Het plan om op dit eiland een fokbedrijf te starten met de omvang van 1000 koeien. Eigenlijk een onjuiste omschrijving, want dat aantal van 1000 koeien sloeg op de periodieke import van jonge kalfjes vanuit Zuid-Amerika naar Curaçao. Na de startfase zou de omvang van de fokboerderij twee maal zo groot zijn: 2000 koeien.
Het plan voorzag in de aanplant van gewassen als voedsel voor de snelgroeiende runderen, en het verwerken van mest in een biomassa centrale. Een groteske verzameling van illusies: dit Isla inutile is simpelweg te onvruchtbaar om het voedsel voor 2000 groeiende koeien te leveren. Het alternatief, import van kunstmest en/of voedsel, zou de mineralenhuishouding compleet op zijn kop zetten. En die biomassa centrale…
Echt een luchtkasteel. Curaçao ontbeert de expertise om zo’n installatie op te zetten en duurzaam te exploiteren. Dit plan kwam naar voren in de tweede periode op het eiland. Interessant genoeg: een ander ministerie dan GMN (volksgezondheid) vroeg mij als Inspecteur-generaal om een oordeel. Dat was negatief, in de lijn van wat ik zojuist formuleerde. En dat haalde de kranten. Zeer tegen het zere been van mijn baas, minister Suzy Camelia-Romer. Zij vond dat ik diende te zwijgen. Met verwijzing naar de Landsverordening Inspectie Volksgezondheid, betoogde ik dat het juist mijn plicht was een oordeel te geven. De minister zweeg, en niet veel later bleek het plan verdampt.
Integriteit
Illusie twee. Die van de politieke integriteit. Ik was op het Wilhelminaplein in september 2012 toen Gerrit Schotte zich verschanste in het gebouw van de Ministerraad in Forti. Wat wellicht uit het collectieve geheugen is verdwenen, is de intense politieke spanning van dat moment. Een paar dagen lang was onduidelijk welke kant de politie zou kiezen in het gevecht tussen MFK-Schotte en de vertegenwoordigers van de nieuwe parlementaire meerderheid.
Mijn waarneming toen, en ik herhaal die vandaag, is dat die clash had kunnen uitlopen op een echte machtsgreep van Schotte, inclusief het tegen de muur zetten van tegenstanders. Het droeve lot van Helmin Wiels, minder dan een jaar later, bewijst dat de groep rond MFK en Schotte tot alles in staat is. Zonder de aanwezigheid van een Nederlands detachement had het gemakkelijk zo slecht kunnen aflopen. Terug naar het heden: het is omineus dat de naam Schotte in de nieuwsberichten is teruggekeerd, ook buiten zijn optreden voor de enquêtecommissie HNO.
Over de perikelen rond Ennia en Girobank kan ik kort zijn. Niemand zal ontkennen dat in deze twee debacles het systeem van checks and balances, het toezicht, of corporate governance heeft gefaald. Private toe-eigening, en het deponeren van de rekening bij het volk. Wie de illusie heeft van zelfstandigheid moet reëel zijn: het is de DNB, de Nederlandse Bank gevestigd in Amsterdam, die een oordeel geeft over de soliditeit van de terugbetalingsregeling die is bedacht. Europees Nederlands toezicht ter reparatie van falend Curaçaos toezicht. De DNB, met zijn directeur Klaas Knot, komt later in dit verhaal nog terug.
Covid
Dan de Covid-crisis. Gelukkig ligt die ruim achter ons, en kunnen we ons richten op het trekken van lessen. In Europees Nederland is daarvoor ruim tijd en energie gereserveerd met vuistdikke rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en een – niet onomstreden – parlementaire enquête. Curaçao volstaat tot nu toe met een flinterdun rapportje van een Nederlandse instantie die alleen gespecialiseerd is in brandveiligheid, het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid.
Geen wonder dat in dat rapport elke beoordeling van de effectiviteit van interventies in de periode 2020-2022 ontbreekt. Eigenlijk is de enige zinvolle conclusie dat de autoriteiten in die periode hard en goed hebben samengewerkt. Een beetje als de uitslag van een klinisch onderzoek: de dokters werken hard, maar of de medicijn werkt kunnen we niet zeggen. Zoiets zouden we nooit accepteren. Vandaar mijn oproep in een ingezonden brief enige weken geleden aan de Staten van Curaçao om het voorbeeld van Nederland te volgen: zet een tweede parlementaire enquête op, nu naar de effectiviteit van interventies in de coronaperiode.
Enquête
En dat vormt een mooi bruggetje naar de wel gestarte enquête, die naar de enorme meerkosten bij de bouw van het Curaçao Medical Center. Ofwel, de illusie van het betaalbare nieuwe ziekenhuis. De fase van de openbare verhoren is inmiddels volop gaande. Uiteraard volg ik het op de voet, maar of daar veel nieuws uit zal voortkomen betwijfel ik, veel is al aan de oppervlakte gebracht. Hoe je het ook wendt of keert: de beslissing om het CMC niet op het Amstelterrein maar in Otrabanda te bouwen is verantwoordelijk voor meer dan 80% van de meerkosten. Dat was bekend begin 2014, onderbouwd door onafhankelijk onderzoek, hoewel een gefabriceerd rapportje even later de meerskosten schatte op niet meer dan 25 miljoen gulden. Elke insider wist beter!
En van meet af aan de illusie dat de extra kosten voor de nieuwe stenen (ook zonder de switch naar Otrobanda) bijna als vanzelf zouden worden gecompenseerd door een efficiëntieslag in de rest van de zorg. Iedereen, nou ja bijna iedereen, geloofde in dat sprookje, inclusief de Commissie financieel toezicht. Dat verklaarde de toenmalige voorzitter Age Bakker op de eerste dag van de parlementaire enquête. Detail: Bakker verklaarde dat de Cft zich had laten leiden door adviezen van Usona, die op zijn beurt zich had laten adviseren door het ‘onafhankelijk’ bureau Berenschot. Tja, Usona en Berenschot waren één. Usona was een projectorganisatie van Berenschot.
Beetje naïef van Age Bakker, als het mij vraagt. Hij is overigens niet de enige die denkt dat Usona bij Sona hoorde en losstond van Berenschot. De verleiding is groot om nu als een soort sportverslaggever commentaar te gaan leveren op de verhoren. Of beter nog, als theaterrecensent. Want los van de redelijk voorspelbare inhoud – iedereen veegt zijn straatje schoon – levert het mooi toneel op: de al genoemde saaie en naïeve Age Bakker, de emotionele Bob Pinedo, de veelpratende Jacinta Constancia, de arrogante Betrian, de goedlachse Whiteman, de gentleman Hodge, de nijvere Gera Christina, de gehaaide Gerrit Schotte.
Die laatste had de bekende Rutte-truc: geen actieve herinnering aan de schoffering van Pinedo om twee leden van diens commissie te vervangen. De lijst wordt de komende tijd alleen maar langer. Het epos van het onbetaalbare Curaçaose ziekenhuis leent zich voor een boek in de stijl van Gabriel García Márquez of voor een meeslepende TV- dan wel Netflixserie.
Het verhoor van Betrian onthulde een aardig detail. Deze liet zich in de periode 2017-2019 vorstelijk betalen voor het werk als Ministerieel Regisseur en Toezichthouder, tot zo’n 140.000 gulden per maand. Weliswaar niet voor Stanley Betrian alleen, want hij had een klein team om zich heen. Niettemin een hoop extra geld, want de kosten voor SONA en Berenschot liepen gewoon door. Dat triggerde mijn herinnering. In dezelfde periode dat de MRT zijn goudgerande baan kreeg, trachtte ik de Landsverordening BIG in volle omvang in te voeren. Dat betekent voor zorgverleners: een plicht tot bijscholing, herregistratie elke vijf jaar en een transparant BIG-register. Een belangrijke impuls voor de kwaliteit van zorg.
De kosten voor invoering van dat systeem was in 2009 geschat op drie extra medewerkers. Onder druk van de budgettaire problemen schroefde ik dat terug tot één, en ik vond een van geboorte Curaçaos personeelslid van het Nederlandse BIG-register bereid om daarvoor terug te keren. Ging hier de vlag uit? Nee, tegenwerking op tegenwerking, net als op het onderwerp generieke geneesmiddelen. Moe van alle vertraging trok de kandidate zich na een jaar wachten terug.
BIG
Toen ik in 2019 het eiland verliet was er geen opgetuigd BIG-systeem. Nu, vijf jaar later is dat er nog steeds niet. Het systeem van kwaliteitsborging in de individuele gezondheidszorg, de Lvo uitoefening geneeskunst, is niets anders dan de bijna gelijknamige, inmiddels vervangen Nederlandse wet uit 1865. Ergo: de verouderde stenen van het SEHOS van 1865 zijn vervangen, het kwaliteitssysteem uit hetzelfde jaar niet. De buitenkant is nieuw, de binnenkant van de zorg hopeloos verouderd.
Terug naar de parlementaire enquête. Een ongewenste uitkomst is dat de commissie zich in het verslag gaat beperken tot zwartepieten, hoewel de verleiding daartoe groot is. De recente rel naar aanleiding van aangifte bij het OM door de commissievoorzitter, voorspelt overigens niet veel goeds. Veel belangrijker is dat er verstandige lessen voor de toekomst worden getrokken. Niet dat ik verwacht dat er in mijn of uw leven nogmaals een nieuw ziekenhuis op Curaçao zal worden gebouwd, maar voor andere grote publieke civieltechnische projecten.
Uitzoomend naar de financiële staat van de gezondheidszorg op Curaçao kan ik niet anders dan licht cynisch worden. Kort geleden werd bekend dat het eindrapport wijziging zorgstelsel opnieuw vertraagd is. Het zoveelste uitstelmoment in de noodzakelijke structurele en financiële hervorming van de Curaçaose zorg. Eind 2012 betoogde ik op de jaarlijkse NASKHO-conferentie dat de zorg op het eiland te duur is én van een te lage kwaliteit. Oorzaken: hoge kosten medisch specialisten, hoge kosten laboratoria, hoge kosten uitzendingen, hoge kosten geneesmiddelen. Ik zal niet de eerste zijn die dat aantoonde.
Op dat moment kon de Curaçaose gemeenschap, profiterend van de Isla-inkomsten, de noodzakelijke bedragen nog met hangen en wurgen opbrengen. Toen enige jaren later één van de twee kurken onder de eilandseconomie verdween, en er onverantwoord met geld werd gesmeten bij de bouw van het CMC, werden de problemen acuut. Een reeks van onderzoekers en een dito reeks van rapporten verschenen op het toneel: een Taskforce van het eiland zelf, de Nederlandse Zorg Autoriteit, de Commissie financieel toezicht, en nu dan de commissie van het genoemde uitstelde rapport. Alle deden een duit in het zakje. Telkens met de hoop dat de problemen bezworen kunnen worden. Een soort optocht van slangenbezweerders, een illusieparade op zich.
De structuur van de Curaçaose zorg financiën is overzichtelijk, het oplossen eigenlijk ook. Maar dat kan niet zonder heel pijnlijke ingrepen en niet zonder aantasting van machtsposities. En, in het licht van het laatste, niet zonder hulp en steun vanuit Europees Nederland. Het is de zoveelste illusie om te veronderstellen dat Curaçao dit op eigen kracht, politiek en financieel, zal kunnen. Vandaar mijn pleidooi dat Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt en de molensteen CMC overneemt.
Kwaliteit
Ik ga nog wat nader in op het kwaliteitsprobleem in de Curaçaose gezondheidszorg. Als waarnemer op 8000 kilometer afstand heb ik uiteraard niet meer de inside informatie van vijf jaar geleden, maar hoor en zie nog genoeg voor de volgende observaties. Gebrek aan kwaliteit is niet zelden de oorzaak van onnodige kosten in de zorg. In mijn eerste periode was dat fraude en onzorgvuldig handelen rond maagverkleining, tussen 2017 en 2019 was dat allereerst een ondermaatse internist van het Advent Ziekenhuis. Deze was uit het Sehos gezet, in Nederland eerder veroordeeld wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag, bleek op Curaçao op dit punt een recidivist en legde de klinische afdeling vol met patiënten die ook, of beter zelfs door huisartsen behandeld konden worden.
Toen hem een opnamestop was opgelegd, na evident falend handelen bij één van mijn medewerksters (met een dodelijke afloop), bleken al die opnames verdampt te zijn; ze kwamen nergens anders naar boven. Honderdduizenden guldens onnodige kosten voor de samenleving. In diezelfde periode stuitte de Inspectie op problemen rond de zorg voor kinderen met diabetes-1. Het handelen van de betreffende kinderarts, gedurende vele, vele jaren, heeft met grote waarschijnlijkheid gezorgd voor een deel van de tot dan toe moeilijk verklaarbare overconsumptie voor nierdialyse op dit eiland. Opnieuw: ondermaatse kwaliteit veroorzaakt overmatige kosten.
Dat geldt, op een iets andere manier, voor de overcapaciteit aan medische laboratoria op dit eiland. Curaçao zou kunnen volstaan met één automaat voor klinische chemie en één automaat voor bacteriologie. Dat zijn er aanmerkelijk meer, en die moeten natuurlijk productie draaien om hun geld op te brengen. Overdiagnostiek en dus overbodige meerkosten. Wie mij kent weet dat één van mijn favoriete motto’s is: een efficiënt zorgsysteem is gebaseerd op optimale kwaliteit en optimale kwaliteit is onhaalbaar zonder een onafhankelijke, integere en competente Inspectie Volksgezondheid. En ook onhaalbaar zonder een volledig ingevoerde Lvo beroepen in de gezondheidszorg.
Inspectie
Dat brengt mij op nog twee aanvullende illusies: die van de onafhankelijkheid van de huidige Inspectie en Inspecteur-generaal en die van de doorgezette aanklachten.
Sirving Keli is mij in 2019 opgevolgd als baas van de Inspectie Volksgezondheid. Kort daarop heeft hij een aantal aantoonbaar noodzakelijke en effectieve interventies de nek om gedraaid. De belangrijkste daarvan waren het kort houden van de al genoemde kwalitatief ondermaatse internist van het Advent Ziekenhuis en de falende kinderarts. Toen hij in 2021 opzichtig blunderde in een nieuw onderzoek naar vermeend falen van chirurg M (een nieuw tweede opzetje om hem buiten activiteit te plaatsen) stuurde ik een opiniestuk naar de media met als conclusie: Keli is incompetent of corrupt, en mogelijk beide.
Keli verdedigde zich toen met de stelling dat het onderzoek nog niet af was, en ten onrechte door de patiënt in een rechtszaak was gebruikt. Uit de meest betrouwbare bron weet ik dat het onderzoek, tweeënhalf jaar later, nog steeds niet is afgerond. Navrant gegeven: M is op in 2021 op basis van dat onderzoek door het CMC op non-actief gesteld. Inmiddels werkt het CMC mee aan rehabilitatie, maar komt een vergunning om te mogen gaan werken niet los vanuit het ministerie. Detail: waarschijnlijk zit Keli daar dicht op.
In de periode na mijn vertrek was duidelijk dat Keli aan de halsband van de minister liep, recent is dat opnieuw naar voren gekomen. In een dispuut tussen de minister en het CMC over een noodlottig incident van enige jaren geleden, koos Keli onverhoold de zijde van de minister, terwijl, zo stelt de directie van het CMC – mijns inziens een betrouwbare bron – een uitspraak van het Medisch Tuchtcollege en een postmortem-onderzoek evident de andere zijde van de waarheid aantonen. Ik noemde in mijn artikel in 2021 Keli een gevaar voor de volksgezondheid op dit eiland, en ik herhaal dat vandaag nog eens. En, ik herhaal het ook nog maar eens, zonder een onafhankelijke en integere Inspectie geen verbetering van de kwaliteit van zorg. Met onnodig hoge kosten als collaterale damage.
Aanklachten
Deze uitspraken, en het kort daarvoor uitkomen van mijn boek ‘Inspectie Volksgezondheid Curacao’, waren voor de toenmalige GMN-minister Pietersz-Janga (wie kent haar nog?) aanleiding om een aanklacht tegen mij in te dienen, althans zo vertelde ze de media. Ze beschuldigde mij van smaad en laster en kondigde aan een rechtszaak te beginnen. Tja, de illusie van de doorgezette aanklacht. Ik heb er heel wat meegemaakt sinds ik in 2012 op dit eiland ging werken.
Telkens als ik aan de belangen van personen raakte, kwam de aankondiging van een klacht of rechtszaak naar boven. Dat overkwam niet alleen mij, maar ook heel vele anderen op dit eiland. Een beetje krenking? Hop, aankondiging van een juridisch gevecht. Schijnvertoningen, spierballengedrag, maar zonder vervolgstappen. Ik mag het ook positief opvatten: kennelijk stond en sta ik zo stevig in mijn schoenen, en zijn mijn opvattingen en daden zo terecht, dat telkens is afgezien van een echte gang naar de rechter. Hoezee!
Ik noemde hiervoor al de Isla, het bijna letterlijke hart van wat eens een bloeiende Curaçaose economie was. Met de zeer hardnekkige illusie dat deze raffinaderij weer zal gaan functioneren. Tientallen miljoenen aan zoekkosten, meerdere dubieuze kandidaten en enkele veroordeelde functionarissen later is het hoog tijd om de realiteit te aanvaarden. De wereld stapt over op andere bronnen van energie, en met de huidige verstoorde relatie VS-Venezuela is ook binnen het frame van olie geen heil te verwachten.
De schimmigheid rond de recente verkoop van 500.000 vaten Bullenbaai-olie spreekt boekdelen. Overigens, maar dat is een geheel terzijde, de lijst van personen die ik in mijn twee periodes op het eiland persoonlijk heb ontmoet, en die daarna in het gevang terecht kwamen, groeit: Schotte, Jamaloodin, Jacinta Constancia, Roderick van Kwartel. Wie volgt, zo zou ik zeggen. Wellicht degene tegen wie de parlementaire enquêtecommissie aangifte heeft gedaan bij het OM?
Ruimtevluchten
Terug naar de oorspronkelijke zeven illusies, nu de laatste: die van de ruimtevlucht vanuit Curaçao. Eerlijk gezegd, mijn nummer één illusie. Niet alleen vanwege de groteske misleiding, maar ook omdat ik vanuit mijn belangstelling en opleiding iets meer van de technische achtergrond weet. Mijn grote passie op de middelbare school was ruimtevaart, opgegroeid in de tijd van Gagarin en de eerste maanlanding. Ik ging schrijven voor een ruimtevaartmagazine en begon aan de studie lucht- en ruimtevaarttechniek in Delft. Een kort avontuur, gevolgd door studies bestuurskunde en geneeskunde, maar lang genoeg om inzicht te hebben in de fysische principes van ruimtereizen.
Voor ingewijden: de tweede wet van Newton. Ook kortstondige tripjes naar de buitenste schil van de atmosfeer, of de onderste laag van de ruimte daarboven zo u wilt, vergen een enorme massa aan energie. De X-15, het eerste raketvliegtuig dat in 1963 tot 100 kilometer hoogte kwam, kon dit alleen dankzij een voorafgaande lift tot meer dan 20 kilometer hoogte in de buik van een B-52. Een bijna identiek vluchtprofiel volgt het raketvliegtuig van Virgin Galactic, dat inmiddels regelmatig commerciële vluchten tot dezelfde hoogte verzorgt. De concurrent New Shepard van Amzazon-baas Jeff Bezos doet het anders: een raket, barstenvol brandstof, brengt een bescheiden capsule verticaal naar het identiek niveau.
Kortom: heel veel massa en energie om tot het gewenste resultaat te komen. En dan zou een enkelvoudig raketvliegtuigje, van makers zonder enig trackrecord op dit gebied, hetzelfde kunnen doen met geen enkele voorafgaande zet naar hoogte en snelheid? Ik heb me in de tijd dat er nog mee werd geadverteerd en het model in de hal van Hato hing, hogelijk verbaasd over de naïviteit van velen op dit eiland. Als ik op dat moment de huidige routine van ingezonden brieven had gehad, zou ik me ongetwijfeld hebben geroerd. Terugkijkend, maar met de kennis die er toen als was, zeg ik: het kon niet, het kan niet en het zal nooit kunnen op de wijze waarop dat toen is voorgesteld.
Bijna genoeg over deze laatste illusie. Wie nog eens wil zien hoe misleiding werkt, kan de website van XCOR Aerospace nog steeds bezoeken en bestuderen. Typ ‘Ruimtevlucht Curaçao’ in Google en je komt erop terecht. In 2017 ging de firma failliet, en de site is sindsdien niet meer bijgewerkt. Dat geldt overigens ook voor de site van de Inspectie Volksgezondheid, maar dan vanaf 2019.
Verknoping
En daarmee sluit ik de gang af langs de oorspronkelijke zeven en nog twee nieuwe illusies. Voor ik dit verhaal afrond met de aangekondigde natte droom en het luchtkastelen bouwen stip ik nog twee punten aan die mij aan het hart gaan: die van de verknoping tussen Europees Nederland en Curaçao en die van de duurzame toekomst van dit eiland.
Kort geleden berichtten de media over een conflict rond de landingsrechten van de nieuwe operator van de Bonairiaanse luchtambulance. Fundashon Mariadal heeft het contract met de vorige operator, vliegend met een Learjet, opgezegd, en is een overeenkomst met een nieuwe firma aangegaan. Dat raakt de relatie Nederland-Curaçao en heeft ook een persoonlijk tintje. Kort verhaaltje: in den beginne, voor 10-10-10 werd het luchtvervoer tussen Bonaire en Curaçao verzorgd door een firma met kleine propellervliegtuigjes. Dat was toereikend voor de korte vluchtjes tussen de twee eilanden.
Met ingang van de staatkundige nieuwe status van Curaçao en Bonaire wenste de toenmalige Nederlandse minister Edith Schippers dat er een stop kwam op medische uitzendingen vanuit Bonaire naar Curaçao; ze had een conflict met de eerste regering van dit land, niet zonder reden.. Maar, probleempje, die kleine propellervliegtuigjes konden de vlucht naar de nieuwe uitzendbestemmingen in Zuid-Amerika niet maken. Vandaar dat gezocht werd naar een nieuwe operator, met een krachtiger en sneller vliegtuig. Dat werd de firma van René Winkel met genoemde Learjet, een omgebouwd klein privé-straalvliegtuig.
Persoonlijk detail: om het mogelijk te maken dat dit vliegtuig op Curaçao zou mogen landen, moesten ook toen landingsrechten worden aangevraagd en moest het toestel worden gekeurd. Die laatste eer viel mij te beurt, met nul ervaring als keurder van een vliegtuig of een ambulance. Het vliegtuig doorstond de test en ging de daaropvolgende jaren succesvol vliegen tussen Bonaire, Medellin en soms Hato. De directie van het Bonairiaanse ziekenhuis, op Nederlands grondgebied, is kennelijk ontevreden geworden over de dienstverlening van Winkels’ firma en heeft het contract aan een andere organisatie gegund.
Maar, kleine omissie, die nieuwe firma heeft geen landingsrechten op Curaçao. En dus is de nieuwe situatie niet zonder risico. Want, ondanks het initiële verzet van Edith Schippers, is de lijn medische lijn tussen Bonaire (Nederland) en Curaçao nooit onderbroken. Al met al een niet echt verantwoorden move van de directie van Fundashon Mariadal, zo meen ik. Want zonder landingsrechten mag de nieuwe operator niet landen op Curaçao.
Zorgprofessionals
Een tweede verknoping is die van de opleiding van zorgprofessionals. Recent kwam in het nieuws dat het aantal Antilliaanse zorgprofessionals, artsen voorop, aan het dalen is. Zoals bekend volgen veel Antilliaanse, en ook Curaçaose jongelingen hun medische opleiding in Nederland. Een prima situatie, gezien de verkopingen in het Koninkrijk, ik stipte zojuist de relatie met Bonaire aan. Andersom is het een heel mooi dat Nederlandse medische studenten hun co-schap op dit eiland lopen.
De genoemde daling was jaren geleden al voorspeld, toen de zogeheten ministersplaatsen, gereserveerde opleidingsplaatsen voor kinderen van de Antilliaanse eilanden, werden opgeheven. Zeker omdat op dat moment ook de centrale loting werd ingeruild voor decentrale plaatsing, op basis van middelbare schoolprestatie, aanvullend CV en motivatie. Dat was, zoals verwacht, een glijbaan voor hooggemotiveerde, ambitieuze en gedisciplineerde jonge vrouwen uit bevoorrechte blanke Nederlandse gezinnen – die dan ook in de medische collegebanken zijn oververtegenwoordigd – maar een struikelblok voor jongelingen van de eilanden aan deze kant van de oceaan. Zeker omdat die op achterstand staan als het gaat om beheersing van de Nederlandse taal.
De oplossing van dit probleem is niet alleen de herinvoering van ministersplaatsen en centrale loting, maar ook het goed plannen van de benodigde capaciteit aan zorgprofessionals. Het zet geen zoden aan de dijk als een Curaçaose jonge man of vrouw in Nederland zich laat scholen tot arts en vervolgens, als voorbeeld, tot neuroloog, terwijl er op dit eiland voldoende neurologen zijn en er juist en tekort aan huisartsen of oogartsen is. Nogmaals, ik noem dit bij wijze van voorbeeld.
Er moet dus afstemming zijn tussen wat er nodig is op dit eiland en waar eilandskinderen voor worden opgeleid. Mijn laatste interim opdracht in Nederland was die van directeur van het Capaciteitsorgaan, die dit type vraagstukken voor de Nederlandse situatie in kaart brengt. In die tijd kwam het Caribische probleem van manpowerplanning in de zorg aan de orde, en dat bracht het Capaciteitsorgaan en mij tot het formuleren van een project om zoiets ook voor de Antilliaanse context te doen. Tot nu toe zonder vervolg, maar dat neemt niet weg dat het vraagstuk van goede afstemming van vraag en aanbod van zorgprofessionals een prachtig voorbeeld is van verknoping tussen Curaçao en Europees Nederland.
Klaas Knot, de hoogste baas van De Nederlandse Bank, was kort geleden op dit eiland en hield een interessante toespraak. Om nog maar even te benadrukken: De Nederlandse Bank beoordeelt op dit moment of de voorgestelde financiële hersteloperatie van Ennia de toets der kritiek kan doorstaan. Hoezo onafhankelijkheid Curaçao, hoezo geen verknoping binnen het Koninkrijk? Knot keek ook verder dan deze casus en pleitte voor diversificatie en verduurzaming van de Curaçaose economie. Een pleidooi naar mijn hart.
Toen ik in 2012 voor het eerst werkzaam werd op dit eiland popte het plan op om het Isla-terrein om te toveren tot een groen en kleinschalig woon- en toerisme resort. Green Town heette dat. Sindsdien uit de publieke aandacht verdwenen, maar nu meer dan ooit actueel, zo als ik dat zie. De pavlov-reflex van de Curaçaose politici is te vertrouwen op heropening van de Isla of op grootschalig toerisme. Het eerste is een bewezen illusie, het tweede een gevaarlijke keuze.
De weg naar Arubisering noem ik dat, Aruba achterna, een volgende gok op een smalle monocultuur. Zit de wereldeconomie een beetje tegen of komt er een volgende pandemie – en die komt vroeger of later – dan ligt de Curaçaose economie weer plat. Meer diversiteit in de economie dus, en vooral ook meer diversiteit in de vormen van toerisme die worden ontwikkeld. Curaçao heeft potentieel zoveel meer te bieden dan die nieuwe all-inclusive resorts.
Natte droom
Ik beloofde u als bijna afsluiting van dit verhaal een uitstapje naar een natte droom. Hierbij dan.
Curaçao beleeft de heropleving van de droom van volledige onafhankelijkheid. Na Pueblo Soberano van Helmin Wiels, tot een vroege dood gebracht door zijn opvolger Ben Whiteman, is er nu de Fundashon Korsou na Kaminda pa Libertat. Curaçao op weg naar vrijheid – of moet ik zeggen onafhankelijkheid?
Het streven naar volledige autonomie is niet alleen voor sommige mensen op Curaçao een wensdroom, maar ook voor rechtse politici in Europees Nederland: nooit meer geldtransfer van oost naar west, nooit meer moeizame onderhandelingen tussen naïeve Nederlandse bewindslieden en gehaaide Curaçaose collega’s. De vlag gaat uit in de fractiekamer van de PVV van Geert Wilders.
Maar is dat wel goed voor de burgers op dit eiland, is dit wel goed voor de burgers binnen het Koninkrijk? Een gedachtenexperiment. Stel dat Curaçao geheel onafhankelijk was geweest vanaf 10-10-10. Het was beland in een faillissement, veroverd door de maffia, al dan niet gerelateerd aan drugs. Zie poging van de toenmalige MFK-minister van financiën in om maffiakopstuk te benoemen in de directie de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten. Ik noem deze weg de Haiti-variant, waarmee ik hopelijk al genoeg heb gezegd.
De Haïti-variant is niet meer dan een droom of – in mijn ogen – een nachtmerrie. Niet iets voor wie dan ook op dit eiland of in Europees Nederland om na te streven. Gelukkig staan tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren in de weg, zoals Willem Elsschot al schreef. In dit geval zijn het de Awacs-vliegtuigen, u weet wel, die vliegtuigen met radarkoepels op hun rug, zichtbaar voor iedereen die aankomt op of vertrekt van Hato.
Die radarvliegtuigen zijn de bewijzen van het gegeven hoe essentieel Curaçao is voor de veiligheidsdoctrine van de VS in de Cariben. Het gaat dus niet gebeuren. Vandaar mijn oproep: laten we constructief nadenken en samenwerken om binnen de context van een gedeeld verleden en een gedeelde toekomst, de situatie op dit eiland te verbeteren. Ja, ik realiseer me als witte Nederlander, makamba zo u wilt, dat wij als groep veel hebben om ons voor te schamen en te excuseren. Maar dat mag geen eindstation zijn. Wie houdt van Curaçao, zoals ik, zet zich in voor kleinere inkomens- en vermogensverschillen, een duurzame groene ontwikkeling van het Isla-terrein, met daaraan gekoppeld een meer geworteld, gediversifieerd toerisme.
Landspakketten
Ik zou hier kunnen eindigen, maar de recente voortgangsrapportage van staatssecretaris Van Huffelen over de zogeheten Landspakketten biedt teveel materiaal om te laten liggen. Ik hoef u niet uit te leggen wat die Landpakketten zijn, en het zal ook niemand verbazen dat naar mijn oordeel dit traject een veel minder ferme aanpak is dan de wet-COHO van de vorige bewindspersoon Raymond Knops. Verzet, of terug onderhandelen, is de aangetoond succesvolle strategie van Antilliaanse, en dus ook Curaçaose politici.
Direct daarmee verbonden is de wankelmoedige houding van de Nederlandse tegenpolen. Dat leverde Plassterk hier de bijnaam Plaszwak op, en Van Huffelen de nom de plume Van Huppelen. Vanwege haar voorkeur om in kleurige jurkjes frequent in het openbaar mee te dansen. Over genoemde voortgangsrapportage van 6 februari aan de Tweede Kamer zou ik veel kunnen zeggen, maar eigenlijk ook weer niet, want het is vooral een opsomming van onuitgewerkte plannen en voornemens. Liefhebbers van Haags ambtelijk vaagheidsproza komen volop aan hun trekken. Ik citeer: “Het lukt niet altijd om de afspraken (….) te realiseren, onder meer door planningsoptimisme (…) en achterblijvende besluitvorming.”
Even laten doordringen…….. Vertaald naar gewone mensentaal: we bouwen luchtkastelen en doen daarna net of we erin gaan wonen. Even verderop wordt gesproken over voorstellen voor flankerend beleid (zoals preventie en versterking eerstelijnszorg) waarmee “op termijn ook bijgedragen (wordt) aan een oplossing van de financiële problematiek van het ziekenhuis.” Zelden zulke groteske nonsens gelezen: hoe kan kunnen meer geld naar preventie en meer huisartsen zorgen voor verlaging van de schuldenlast die is gekoppeld aan het te dure steen van het CMC? Sprookjes, niet meer dan sprookjes. Zo kunnen ambtenaren en politici aan beide zijden van de Oceaan elkaar nog decennialang bezighouden.
En het dossier Cariben zal ook telkens weer als een hete aardappel worden doorgeschoven van staatssecretaris naar nieuwe staatssecretaris. Tegenover de ervaren en geslepen Antilliaanse politici telkens een nieuw gezicht. Vanaf 10 oktober 2010 achtereenvolgens Ernst Hirsch Ballin, Liesbeth Spies, Ronald Plasterk, Raymond Knops en Alexandra van Huffelen. Ook Van Huffelen zal binnenkort worden afgelost. Wie o wie, en vooral vanuit welke politieke groepering? Dat is onderwerp voor een geheel ander verhaal, meer iets voor speculaties in het Haagse Nieuwspoort. En dus niet voor dit moment en niet voor deze plek.