Curaçao

Bonaire loopt miljoenen mis door omstreden gronddeal luchthaven

Uit gegevens van de Belastingdienst kan worden opgemaakt dat de grond die door BIA aan Dabboussi is overgedragen geen 22,25 dollar per meter waard is, maar minstens 600 dollar.

Door René Zwart

Kralendijk – De gronddeal die Bonaire International Airport in 2014 met Dabboussi Real Estate heeft gesloten lijkt nog veel nadeliger voor de overheidsnv te zijn dan tot nu toe werd aangenomen.

Op basis van officiële gegevens van de Belastingdienst Caribisch Nederland dringt zich de conclusie op dat de luchthaven en daarmee de lokale overheid miljoenen aan inkomsten misloopt. De Belastingdienst heeft in verband met de invoering van onroerendgoedbelasting de commerciële waarde van terreinen op Bonaire in kaart gebracht.

Daaruit blijkt dat kavels die onmiddellijk grenzen aan de aan Dabboussi overgedragen grond getaxeerd worden op 500 tot 600 dollar per vierkante meter. Dat is 27 keer meer dan de 22,25 dollar die BIA en Dabboussi hebben gehanteerd terwijl het terrein waarop die laatste bouwt veel gunstiger gelegen is ten opzichte van de terminal.

De commerciële waarde van de bewuste 5.000 vierkante meter moet, als de berekening van de Belastingdienst wordt aangehouden, op tenminste 3 miljoen dollar worden geraamd. BIA en Dabboussi zijn uitgegaan van een waarde van slechts 111.500 dollar. Grondslag daarvoor is een taxatie die in opdracht van de zakenman is uitgevoerd. BIA heeft zelf geen taxatierapport laten opstellen.

Als de commerciële waarde als uitgangspunt was genomen had Dabboussi jaarlijks niet 7.000 dollar aan erfpacht moeten betalen, maar zo’n 190.000 dollar. De looptijd van de overeenkomst is 60 jaar. Een snelle rekensom leert dat BIA (lees: aandeelhouder openbaar lichaam) circa 11 miljoen aan inkomsten misloopt. Volgens vastgoedkenners had de opbrengst nog hoger kunnen uitpakken als BIA projectontwikkelaars zou hebben uitgenodigd een bod uit te brengen.  Naar de transactie doet het Openbaar Ministerie op dit moment onderzoek.

(Dit bericht is tot standgekomen in collegiale samenwerking met journalist Dick Drayer)

Deel dit artikel