Nieuws Curaçao

Waarom Churandy Martina in Tokyo niet de Curaçaose vlag draagt

Waarom Churandy Martina in Tokyo niet de Curaçaose vlag draagt
Foto boven: screenshot NOS

Het Olympisch vuur in Tokyo is net ontstoken. Hiermee is het officiële startschot gegeven voor de Zomerspelen, die duren tot 8 augustus. Churandy Martina draagt de Nederlandse vlag. Dat doet hij samen met skateboarder Keet Oldenbeuving. De bijna 37-jarige Martina begint aan zijn vijfde Spelen, maar waarom draagt Martina niet de vlag van Curaçao?

Sportbestuurders op het eiland zijn unaniem van mening dat Curaçao dat helemaal aan zichzelf te danken heeft. Na het opheffen van de Nederlandse Antillen in 2010 kwam het eiland sportief gezien in een niemandsland terecht. Het land heeft geen Olympisch Comité en sporters moeten noodgedwongen kiezen voor Nederland of Aruba. 

Koninkrijk

Maar waarom mag het ene Antilliaanse eiland wel een afvaardiging naar de Olympische Spelen sturen en het andere niet? Zowel Aruba als Curaçao is een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Toch heeft Aruba een Olympisch Comité en Curaçao niet.

Het probleem zit in een bepaling van het Internationaal Olympisch Comité uit 1996. Toen bepaalde het IOC dat alleen onafhankelijke landen een eigen nationaal olympisch comité mogen hebben. 

Toen deze regel werd ingevoerd, ontzag het IOC semi-onafhankelijke landen die op dat moment al een eigen comité hadden, zoals Aruba. Het eiland was in 1986 bestuurlijk uit de Antillen gestapt en verdergegaan als land binnen het koninkrijk. 

Ook al was Aruba niet onafhankelijk, het behield zijn Arubaans Olympisch Comité en olympische status. Curaçao viel in 1996 bestuurlijk onder de Nederlandse Antillen en zijn sporters onder het Nederlands Antilliaans Olympisch Comité. 

10-10-’10

In 2010 werd alles anders. De Nederlandse Antillen werden op 10 oktober bestuurlijk opgeheven. Curaçao ging dan ook verder als land binnen het koninkrijk. Het eiland was weliswaar autonoom geworden, maar niet onafhankelijk, zoals het IOC sinds 1996 eist. 

Het Nederlands Antilliaans Olympisch Comité probeerde zijn status te redden. De laatste NAOC-chef, de inmiddels overleden William Millerson, zegt dat er een afspraak werd gemaakt met het IOC. Zijn organisatie mocht doorgaan, maar niet onder een nieuwe naam. Volgens het IOC zou dat een precedent scheppen. Een land als Engeland wil al tijden uit het Verenigd Koninkrijk stappen om een eigen olympisch comité te beginnen, maar dat wil het IOC niet.

Oud NAOC-voorzitter Remko Tevreden zegt dat het IOC hen had geadviseerd om de boel bij elkaar te houden. “Laat de politiek die randvoorwaarden creëren, zodat er één gezamenlijke Olympische beweging blijft.”

Even leek dat goed te gaan, op een 2009 conferentie in het Plaza hotel zat de toenmalige politiek en sportwereld op één lijn. “Maar met de komst van de nieuwe regering (Schotte, red.) was dat snel voorbij”, aldus Tevreden.

“Curaçao moest en zou een eigen Olympische vertegenwoordiging krijgen. Tegen ons zei het IOC: ‘make no waves’, maar de nieuwe wind door sport en politiek had zijn eigen agenda en overtuigde de gemeenschap dat Curaçao dat via rechtszaken wel zou regelen.”

Als Curaçao er niet te veel ruchtbaarheid aan zou geven en de naam NAOC zou blijven voeren, waren ze in Zwitserland bereid om mee te werken. Maar er kwam gedoe. “Nota bene van onze eigen mensen: nationalistische politici en bestuurders die de Curaçaose vlag aan de wereld wilden tonen. Zij eisten erkenning en begonnen een rechtszaak tegen het IOC”, aldus Millerson in 2016.

Dramatisch

De rechtszaken gingen verloren. Weg Olympisch Comité en Antilliaanse afvaardiging. Sporters uit Curaçao, maar ook bijvoorbeeld Sint-Maarten, moeten sindsdien kiezen tussen Aruba of Nederland.

De bekendste sporter met dit probleem was de Curaçaose atleet Churandy Martina. Om toch topsport te kunnen bedrijven, koos hij ervoor om voor Nederland uit te komen.

Voormalige Olympische sporter Cor van Aanholt in 2000 in Sydney, noemt de gevolgen voor de ontwikkeling van de sport op Curaçao dramatisch.

Onbekwame politici

“Geen toegang tot een Olympisch Comité, betekent ook geen toegang tot de Centraal-Amerikaanse en Caribische Spelen, de Zuid-Amerikaanse Spelen, de Panamerikaanse Spelen en de Jeugd Olympische Spelen”, zegt Tevreden.

“Het sporttalent van ons eiland was in één klap alle podia kwijt, waar het zich kon meten met de rest van de regio en de wereld. Onwetende sportbestuurders en onbekwame politici gingen zich bemoeien met een traject waar wij als NAOC zorgvuldig op hadden ingezet.”

Een aantal sportbonden wist zich via internationale federaties nog aan te sluiten bij de regionale of mondiale sportwereld. Zo heeft de CONCACAF en wereldvoetbalbond FIFA besloten de nationale voetbalbond FFK toegang te geven tot haar toernooien. Ook volleyballers en honkballers mogen op wereldniveau meedoen.

“Topsporters, zoals Churandy Martina, die komen er wel”, zegt van Aanholt. “Nederland ontving hem – met zijn talent – met open armen. Maar talentvolle sporters die nog niet op niveau zitten, krijgen die uitnodiging niet. Zij moeten het nu helemaal alleen doen.”


Deel dit artikel